Menu

Op 1 juli 2015 treden de laatste wijzigingen van de Wet werk en zekerheid in werking. De grootste aanpassingen zijn: verandering ontslagroute, invoering transitievergoeding, wijziging ketenbepaling, eerder passende arbeid in WW en inkomensverrekening WW. Deze aanpassingen hebben gevolgen voor werknemers alsook voor cao-partijen.

Het Ministerie van SZW heeft verschillende factsheets over de Wwz gemaakt. Alle informatie over de Wwz vindt u op de themapagina van de VCP: www.vcp.nl/themas/4328/wwz.

De volgende zaken worden per 1 juli gewijzigd:
– Ontslagroute: Er komen vaststaande routes om een werknemer te ontslaan. Bij bedrijfeconomische redenen of vanwege ziekte loopt de route via het UWV. Bij in de persoon gelegen gronden, zoals verstoorde arbeidsrelatie, disfunctioneren of verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer loopt de route via de kantonrechter. Bij beide routes is hoger beroep mogelijk.
– Transitievergoeding: Alle werknemers die langer dan 24 maanden in dienst zijn, hebben recht op een transitievergoeding. Deze wordt als volgt opgebouwd: de eerste 10 dienstjaren geven aanspraak op ⅙ maandsalaris per gewerkt halfjaar, daarna geeft elk gewerkt halfjaar aanspraak op ¼ maandsalaris. Medewerkers van 50 jaar of ouder die minimaal 10 jaar in dienst zijn, hebben ná het bereiken van de 50-jarige leeftijd aanspraak op ½ maandsalaris per gewerkt halfjaar. Zie ook factsheet transitievergoeding (.pdf)
Het is mogelijk om scholingskosten van de transitievergoeding af te trekken, hiermee dient wel schriftelijk vooraf te worden ingestemd.
– Ketenbepaling: Een werknemer ontvangt een contract voor onbepaalde tijd als die 2 jaar lang tijdelijke contracten heeft gehad of meer dan 3 opvolgende tijdelijke contracten heeft gekregen. Tijdelijke contracten zijn opvolgend als er 6 maanden of minder tussen zit. Afwijkingen zijn per cao mogelijk, echter deze is gemaximeerd op 6 opvolgende tijdelijke contracten en voor periode van maximaal 4 jaar. Zie hiervoor de factsheet Mijn arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en afwijkingen in de cao (.pdf).
– Passende arbeid: Indien een werknemer in de WW belandt, is hij al na zes maanden verplicht alle arbeid accepteren, die wordt aangeboden. Zie factsheet Werknemers (pdf).
– Inkomensverrekening: In de WW loont het WW-gerechtigden om eerder werk, ook als dat minder verdient, aan te nemen. Het inkomen dat uit werk wordt verdiend, wordt immers verrekend met de WW. Hierdoor gaat een WW-gerechtigde, na het aannemen van werk, er niet op achteruit. Echter de procedure wijzigt hierdoor ook. Een WW-gerechtigde moet elke maand, na afloop van de maand, aan het UWV doorgeven of en hoeveel inkomsten hij in die maand had. Ook als er geen inkomsten zijn, moet dat worden doorgeven. De uitkering wordt pas betaald als UWV de inkomstenopgave heeft ontvangen. De uitkering wordt dus aan het begin van de maand betaald (3 tot 10 dagen later). Zie factsheet WWZ inkomensverrekening (.pdf).
Hierbij een rekenvoorbeeld: U verdiende € 2000 per maand. Dat is het maandloon waarop uw uitkering wordt gebaseerd. De WW is 70% van het maandloon, de maandelijkse uitkering is dus € 1400. U gaat weer aan het werk en u verdient € 1000 per maand. Deze inkomsten worden voor 70% verrekend met de uitkering. Van UWV ontvangt u over die maand in plaats van € 1400 euro € 700 euro. Het totaalinkomen over die maand is dus € 1000 loon en € 700 uitkering. Dat is € 300 meer dan als u die maand niet gewerkt had.

Nationale Beeldbank / Corepics

Laatste nieuws

Hoe staat het met de leercultuur in uw organisatie?

24 juli 2024

Hoe staat het met de leercultuur in uw organisatie?

VCP: bezuiniging 22% op ambtenaren niet realistisch, onverantwoord en ondoordacht

23 juli 2024

VCP: bezuiniging 22% op ambtenaren niet realistisch, onverantwoord en ondoordacht

Logo VCP YP

11 juli 2024

VCP YP: Uitnodiging bijeenkomst Prinsjesdag

Meer nieuws