Menu
Wet Werk en Zekerheid aangenomen in Tweede Kamer

De Tweede Kamer heeft ingestemd met het wetsvoorstel Werk en Zekerheid. In dit wetsvoorstel worden afspraken uit het Sociaal Akkoord rond ontslagrecht en flexibiliteit uitgewerkt. Voor de professionals van Nederland echter geen reden om in juichstemming te verkeren, daarvoor moet eerst het ideaal van werk-naar-werk gaan werken en de arbeidsmarkt aantrekken.

Het is een dubbel gevoel. Het oorspronkelijke regeerakkoord betekende een verslechtering voor middengroepen en professionals. Bij de beoordeling blijft het dan ook belangrijk om de resultaten daar tegen af te zetten. Het uitgangspunt van het nieuwe ontslagrecht is dat werknemers die ontslagen worden, door gezamenlijke inspanningen een transitie naar een andere baan kunnen maken. Dan moeten er wel banen zijn. Het kabinet gaf eerder aan dat de hervorming van het ontslagrecht in 2016 ingaat vanuit de verwachting dat de crisisperiode voorbij zal zijn en we in een periode van economisch herstel en aantrekkende werkgelegenheid zitten. De hervorming is nu een half jaar vervroegd, maar de arbeidsmarkt trekt nog niet aan.

Voor midden- en hogere inkomens is het belangrijk dat de transitievergoeding een jaarsalaris kan bedragen. Dat is een verbetering ten opzichte van de beperking tot 75.000 euro die in het regeerakkoord was afgesproken. De MHP is zich er van bewust dat dit vaak een verslechtering betekent ten opzichte van de huidige praktijk van ontslagvergoedingen. Zeker wanneer er geen perspectief op een goede stap van werk-naar-werk is.

Het blijft echter mogelijk om individueel of collectief nadere afspraken te maken over de vergoedingen bij ontslag. Het is dan ook zeker geen aanleiding om betere arbeidsvoorwaardelijke ontslagvergoedingen overboord te gooien. Sterker, het is voor midden- en hogere inkomens verstandig om in arbeidscontract of arbeidsvoorwaarden van tevoren betere afspraken te maken en deze naar de toekomst vast te leggen. Voor deze inkomens is een vergoeding niet alleen nodig voor een transitie, maar ook nodig om inkomensterugval bij werkloosheid te overbruggen. Een werknemer op tweemaal modaal krijgt immers feitelijk niet 70%, maar 50% van het laatstverdiende loon van de WW.

Partijen mogen een hogere vergoeding overeenkomen, ook bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst. Er mag in de arbeidsovereenkomst geen lagere transitievergoeding worden overeengekomen. Behalve wanneer cao-partijen al betere collectieve voorwaarden hebben afgesproken, is het verstandig om in het arbeidscontract bij voorbaat een betere vertrekregeling op te nemen.

Belangrijk is dat beroep bij de rechter open blijft staan. In geval van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten aan de zijde van de werkgever zal de rechter een aanvullende billijke vergoeding vaststellen. Bij onenigheid over het ontslag wordt het mogelijk om in hoger beroep te gaan. Een werkgever heeft dus nog altijd een belang bij ontslag met wederzijds goedvinden. Het blijft mogelijk om dan in een vaststellingsovereenkomst een betere vergoeding af te spreken.

Verder is van belang dat de werkloosheidsuitkering in het tweede jaar inkomensgerelateerd blijft en niet terugvalt naar een uitkering op minimumniveau. Dat zou anders voor veel werknemers een aanzienlijke verslechtering betekend hebben. In het Sociaal Akkoord is bovendien met de werkgevers afgesproken dat de huidige opbouw en duur van uitkeringen bij werkloosheid worden gehandhaafd door middel van cao-afspraken.

Laatste nieuws

Hoe staat het met de leercultuur in uw organisatie?

24 juli 2024

Hoe staat het met de leercultuur in uw organisatie?

VCP: bezuiniging 22% op ambtenaren niet realistisch, onverantwoord en ondoordacht

23 juli 2024

VCP: bezuiniging 22% op ambtenaren niet realistisch, onverantwoord en ondoordacht

Logo VCP YP

11 juli 2024

VCP YP: Uitnodiging bijeenkomst Prinsjesdag

Meer nieuws