Breuk in pensioenoverleg laat zich alleen lijmen met duurzame oplossing
Nu grote pensioenfondsen aankondigen dat pensioenkortingen in
2020 niet uitgesloten zijn laait de discussie over een
pensioenhervorming weer op. Het geeft het kabinet een momentum om
weer te verwijzen naar die 'halsstarrige' vakbonden die voor een
onsje meer de breuk in het overleg zouden hebben veroorzaakt. Dit
beeld is onjuist, schrijven VCP-bestuurders Ruud Stegers (VNV) en
Reinier Castelein (De Unie) vandaag in een opiniestuk in Trouw.
Ons pensioenstelsel wordt beschouwd als het beste van de
wereld. Pensioenen zijn geen publieke gelden. Het is geld van
werknemers en gepensioneerden, zelf bij elkaar gespaard als
oudedagsvoorziening. Daar zijn wij zuinig op en dat zou ons kabinet
ook moeten zijn. Dealmaker Rutte is in het najaar bij het
pensioenoverleg aangeschoven met de gedachte de vakcentrales te
dwingen tot een politieke deal, om kritiekloos een handtekening te
zetten onder vage teksten en toezeggingen. Een deal die
pensioenspaarders uiteindelijk met een gat van 60 tot 100 miljard
euro zou achterlaten. Maar tijden zijn veranderd. Het is tijd voor
een inhoudelijke deal.
Wat voorlag was een slecht pensioencontract. De discussie
over dat nieuwe contract gaat over hoe we risico's spreiden tussen
generaties. Hoeveel zekerheid geven we de pensioenuitkering en
hoeveel premie is ervoor nodig. We hebben door politiek opgelegde
(rente)regels nu bijna ultieme uitkeringszekerheid, maar daardoor
veelal weinig zicht op indexatie, waardoor pensioenen niet
meegroeien met prijs- en loonstijgingen. Dat bevalt niemand goed.
In een nieuw contract zouden we deze zekerheid iets laten vieren.
Dat kan ertoe leiden dat we vaker dan nu de pensioenen moeten
korten, maar daar tegenover staat dat sneller en meer geïndexeerd
kan worden zodat het gemiddeld te verwachten pensioen omhooggaat.
Wil zo'n contract daadwerkelijk positief voor de deelnemers
uitpakken, dan moeten nogal wat voorwaarden worden ingevuld. Het
kabinet verwachtte echter een onvoorwaardelijke sprong in het
diepe. Het risico bleek daarbij levensgroot dat werkgevers, ook de
overheid als werkgever, via deze deal een flinke bezuiniging op hun
premiebijdragen binnenhaalden.
Bij dat nieuwe pensioencontract stelt de overheid bovendien
als eis dat de veelbesproken doorsneesystematiek uit de
bedrijfstakken wordt afgeschaft. Afschaffing betekent dat in heel
Nederland de jongere werknemer per direct meer pensioen gaat
opbouwen en de oudere minder. Zonder directe en adequate
compensatie hiervan wordt de groep werknemers tussen de 35 en 60
jaar meedogenloos geslachtofferd: hun pensioenopbouw kan tot 10
procent lager uitpakken.
Daar ging het in het najaar mis: De werkgevers wilden niet
méér gaan betalen. En ook al waren er voor dit tijdelijke
financieringsprobleem met hulp van de overheid best mooie
oplossingen mogelijk, Rutte trok zijn handen ervan af. Daarmee
blijft alleen nog de deelnemer over om het compensatiegat van 60
tot 100 miljard euro te vullen uit de pensioenfondsen zelf. En dat
leidt tot het korten van pensioenen.
Vervolg
Het kabinet komt nu met een brief met haar pensioenstandpunt.
De vakbeweging is benieuwd, ze wil graag tot een toekomstbestendig
pensioenstelsel komen. Maar dan wel een stelsel dat goed is voor
alle werkenden en gepensioneerden. Wat voorlag diende voornamelijk
overheid en werkgevers. De vakbeweging is hierin eensgezind: We
kunnen geen ongedekte cheque van 60 tot 100 miljard euro tekenen.
Als Rutte en Koolmees zich oprecht zorgen maken om ons
pensioenstelsel, laat hun brief dan een oprechte uitnodiging zijn
tot een inhoudelijk gesprek om het beste pensioenstelsel van de
wereld duurzaam het beste te laten blijven.
Drs. Ruud Stegers, dagelijks bestuurslid en
pensioenspecialist van de VNV
Reinier Castelein, voorzitter van De Unie
Beiden zijn lid van het algemeen bestuur van de Vakcentrale
voor Professionals VCP.