Menu

Inhoud:
• Voorstel tegengaan malafide uitzendbureaus
• Leo Stevens benoemd tot kroonlid SER
• Docent in het bedrijf, praktijkopleider in de klas
• 7 oktober: Demonstratie in Parijs
• Veegwet Pensioenwet
• Europese Commissie geïnteresseerd in Commissie Bakker en innovatie
• Zomerreces

Voorstel tegengaan malafide uitzendbureaus

De ABU (Algemene Bond Uitzendondernemingen) heeft in juni een plan gepresenteerd om malafide uitzendbureaus het werken onmogelijk maken. Dit plan wordt mede ondersteund door de twee andere koepelorganisaties in het uitzendwezen: de NBBU (Nederlandse Bond van Bemiddelings- en Uitzendondernemingen) en de VIA (Vereniging voor Internationale Arbeidsbemiddelaars). Het aantal malafide uitzendondernemingen is de laatste jaren sterk toegenomen tot 6.000. De uitzendbranche is van mening dat dit het imago van de branche schade toebrengt en tot oneerlijke concurrentie voor ondernemingen leidt. Naar schatting loopt de overheid jaarlijks ruim € 360 miljoen aan sociale premies en belastingen mis. Ook worden de door deze uitzendbureaus tewerkgestelde werknemers vaak onderbetaald en worden andere arbeidsvoorwaarden en –omstandigheden niet nageleefd.
Het voorstel is aan minister Donner aangeboden en de ABU heeft de steun van de Stichting van de Arbeid (StvdA) gevraagd. Minister Donner heeft positief gereageerd. Hetzelfde geldt voor de StvdA, maar deze heeft hieraan nog enkele aanvullende onderdelen toegevoegd (naleving cao en vrijwaring als positieve prikkel, zie hieronder). Deze wensen van de StvdA zijn nu ook omarmd door de ABU. Ook de Tweede Kamer lijkt in overgrote meerderheid het totale pakket te ondersteunen.

Voor 1998 kende Nederland een wettelijk vergunningstelsel voor uitzendbureaus. Sinds 1998 is er sprake van zelfregulering. Beide stelsels zijn niet in staat gebleken om het kaf van het koren te scheiden. Nu wordt een systeem bepleit dat het midden houdt tussen overheids- en zelfregulering. Samengevat komt het voorstel op het volgende neer:

  • een verplichte registratie van alle uitzendbureaus wordt wettelijk verankerd in de Waadi (Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs);
  • malafide uitzendbureaus wordt het werken onmogelijk gemaakt; alleen geregistreerde uitzendorganisaties mogen een loonbelastingnummer en zogenaamde g-rekening openen. De term g-rekening staat voor een geblokkeerde rekening. Het helpt verdere aansprakelijkheid te voorkomen. De aannemer of de inlener stort een deel van de aan de onderaannemer of uitlener verschuldigde aanneemsom op de g-rekening van de onderaannemer of uitlener. Het deel dat op de g-rekening wordt gestort, is daarbij gelijk aan het bedrag dat de onderaannemer of uitlener in het kader van de opdracht aan loonheffing moet afdragen. Vanuit de g-rekening mag de uitlener/onderaannemer vervolgens alleen geld overmaken naar de belastingdienst om loonheffing te betalen;
  • inleners die werken met niet-geregistreerde uitzendbureaus moeten zelf de eerstedagmelding doen voor ingeleende uitzendkrachten;
  • bij gesignaleerde misstanden volgt direct actie van overheidshandhavers;
  • inleners die werken met gecertificeerde uitzendbureaus worden gevrijwaard voor een eventuele naheffing van belasting en premies, indien het uitzendbureau dit heeft nagelaten (stimuleren om in zee te gaan met gecertificeerde bureaus);
  • inleners die gebruikmaken van niet-gecertificeerde uitzendbureaus zijn aansprakelijk voor betaling van het wettelijk minimumloon aan uitzendkrachten (inlenersaansprakelijkheid).

Binnenkort zal minister Donner ter ondersteuning van dit voorstel een wetsvoorstel indienen over de inlenersaansprakelijkheid en de vrijwaring. Verder vindt er volop overleg plaats tussen de StvdA, de ABU, de Stichting Normering Arbeid (SNA; registratiebureau) en de Ministeries van Financiën en SZW over de verdere concretisering van het plan. Streven is dat het voorstel op 1 januari 2009 wordt ingevoerd.

Leo Stevens benoemd tot kroonlid SER

De ministerraad heeft besloten prof. dr. L.G.M. (Leo) Stevens voor te dragen voor benoeming tot kroonlid van de Sociaal-Economische Raad (SER). Zijn definitieve benoeming moet gebeuren in de eerstvolgende bijeenkomst van de SER, maar is slechts een formaliteit. Leo Stevens is emeritus hoogleraar fiscale economie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Hij maakte eerder deel uit van verschillende SER-commissies en was als onafhankelijk adviseur betrokken bij de herziening van het belastingstelsel in 2001.
De raad bestaat uit leden, benoemd op voordracht van werknemersorganisaties, werkgeversorganisaties en de overheid. De leden benoemd door de overheid, worden ook wel kroonleden genoemd en worden geacht onafhankelijk te zijn. De huidige geleding van de kroonleden is als volgt samengesteld:

MHP Docent in het bedrijf, praktijkopleider in de klas

Het beroepsonderwijs bereidt deelnemers voor op een plek op de arbeidsmarkt. Het is dus van belang dat het beroepsonderwijs goed aansluit op de behoeften van die arbeidsmarkt. Een deel van de onderwijstijd wordt besteed aan de beroepspraktijkvorming. Docenten begeleiden deelnemers bij hun stages in het leerbedrijf. Voor een adequate begeleiding is het daarom van belang dat docenten een goed en actueel beeld hebben van wat zich op de werkvloer afspeelt.
Een van de instrumenten om dit doel te bereiken, is een stage voor (aankomende) docenten in het bedrijfsleven. Andersom is het voor het leerbedrijf zinvol om op de hoogte te zijn van wat zich afspeelt op de beroepsonderwijsvloer, zodat beter kan worden ingespeeld op de kennis en vaardigheden van de deelnemers die stage lopen. Tijdens de Participatietop (juni 2007) is daarom afgesproken dat de StvdA gaat bezien op welke wijze docentstages kunnen worden gestimuleerd.
Als vervolg op deze afspraak heeft verschillende keren constructief overleg plaatsgevonden over het bevorderen van docentstages tussen partijen die betrokken zijn bij de aansluiting van het beroepsonderwijs op de arbeidsmarkt: de MBO-Raad, HBO-Raad, VO-Raad, Colo en StvdA. Resultaat van dit overleg zijn gezamenlijke aanbevelingen aan sociale partners, aan onderwijsinstellingen en aan kenniscentra om docentstages tot een integraal onderdeel te maken van het takenpakket van zowel docent als praktijkbegeleider. In de richting van het kabinet is aangegeven dat het de taak van de overheid is om zorg te dragen voor randvoorwaarden zoals ruimte in tijd én budget, een belangrijk punt voor de MHP.
De gezamenlijke aanbevelingen zijn uitgebracht op 8 juli 2008 en zijn sindsdien te vinden op de website van de StvdA.

7 oktober: Demonstratie in Parijs

In het kader van het Franse voorzitterschap van de Europese Unie organiseren de Franse vakbonden, die lid zijn van het Europees Verbond van Vakverenigingen (EVV), in samenwerking met het EVV een demonstratie in Parijs, die zal plaatsvinden op 7 oktober a.s. van 17.00 tot 19.00 uur. Het thema van de demonstratie is “For decent work and decent pay”, een titel die is afgeleid van de Decent Work Agenda van de Internationale Arbeidsorganisatie.
De term Decent Work is moeilijk in het Nederlands vertaalbaar (fatsoenlijk werk ?), maar de betekenis is duidelijk: werk verricht in vrijheid, tegen een passend salaris en onder acceptabele arbeidsomstandigheden, met afdoende rust. Een situatie die op meerdere plaatsen in de wereld helaas geen vanzelfsprekendheid is en ook in Nederland in sommige sectoren onder druk staat. Als het akkoord van de Europese ministers over aanpassingen in de Arbeidstijdenrichtlijn (zie voor meer informatie MHP-bulletin nummer 08.11 van 19 juni jl.) door Commissie en Europarlement wordt overgenomen, is bijvoorbeeld in Nederland een forse verruiming van het Arbeidstijdenbesluit mogelijk, waardoor de arbeidstijdenregelingen in onder andere de zorgsector sterk negatief beïnvloed kunnen worden.
Franse, Europese en internationale vakbondsleiders zullen spreken tijdens de demonstratie en diverse Franse en internationale artiesten zullen het evenement muzikaal omlijsten. Als u belangstelling hebt om mee te doen, geef dit dan door aan uw vakorganisatie (De Unie, CMHF, BBV of VNV). Aan de hand van de reacties wordt besloten of er een MHP-delegatie naar Parijs zal worden afgevaardigd.

Veegwet Pensioenwet

Na de Tweede Kamer heeft nu ook de Eerste Kamer de Veegwet aangenomen. Oorspronkelijk doel van deze wet was het repareren van technische onvolkomenheden in de Pensioenwet.
Toch zijn ook enkele inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd. Hieronder volgen de belangrijkste wijzigingen:

  • volgens de Pensioenwet mag de wachttijd voor het ouderdomspensioen niet langer dan twee maanden bedragen. Gedurende de wachttijd bouwt de nieuwe werknemer geen ouderdomspensioen op. Met de Veegwet wordt de wachttijd specifiek voor de uitzendbranche gesteld op maximaal 26 weken;
  • ondernemingspensioenfondsen die al een deelnemersraad of een bestuursvertegen-woordiging van pensioengerechtigden hadden vóór de totstandkoming van het tweede medezeggenschapsconvenant (28 februari 2003), hoeven de pensioengerechtigden niet meer te raadplegen voor wat betreft de keuze tussen deelnemersraad of bestuursvertegen-woordiging;
  • aanvullingen op een WIA-uitkering worden als arbeidsongeschiktheidspensioen aangemerkt en mogen daardoor, naast verzekeraars, ook door pensioenfondsen worden uitgevoerd;
  • gelijke behandeling van slapers en gepensioneerden voor wat betreft toeslagverlening is ook van toepassing op onvoorwaardelijke toeslagen;
  • tijdens de WW-periode behoudt de deelnemer aanspraak op partnerpensioen, na verrekening met het partnerpensioen, verkregen door uitruil van het ouderdomspensioen;
  • bij ingang van pensioenuitkeringen valt de buffer voor de bijbehorende pensioenverplichtingen vrij. Deze buffervrijval kon vóór invoering van de Pensioenwet volledig worden aangewend voor premiekorting. De Veegwet stelt daaraan de voorwaarden dat het pensioenfonds over voldoende eigen vermogen moet beschikken en dat het de bij de deelnemers gewekte verwachtingen over de toeslagverlening kan waarmaken.

Europese Commissie geïnteresseerd in Commissie Bakker en innovatie

Europese Commissie geïnteresseerd in Commissie Bakker en innovatieOp woensdag 16 juli sprak een delegatie van de Europese Commissie met de StvdA in het kader van de Lissabonstrategie. Deze strategie is erop gericht om van Europa binnen enkele jaren de meest competitieve kenniseconomie ter wereld te maken. De delegatie sprak ook met vertegenwoordigers van het kabinet en van de lokale overheden. Het gesprek ging over de landenspecifieke aanbevelingen, de Voorjaarsraadprioriteiten van de Europese Commissie en de aanbevelingen voor de euro-zone.
Tijdens de werklunch bij de Stichting wisselde de delegatie van gedachten met de sociale partners. Specifieke aandacht in het gesprek ging uit naar de visie van de sociale partners op het verhogen van de arbeidsparticipatie en op het versterken van de innovatieve kracht van het Nederlandse bedrijfsleven. Dit zijn tevens de twee specifieke aandachtspunten voor Nederland die de commissie aan Nederland heeft meegegeven op grond van haar beoordeling van de implementatie van de Lissabonstrategie in ons land. De delegatie was inmiddels bekend met het rapport van de Commissie Bakker en toonde zich behoorlijk onder de indruk; men benadrukte de wenselijkheid van een akkoord tussen werkgevers en werknemers over een pakket maatregelen, te nemen naar aanleiding van het rapport. Vanuit werkgevers werd daarbij opnieuw gewezen op de koppeling tussen maatregelen gericht op een grotere participatie met ingrepen in het ontslagrecht. Vanuit werknemers werd deze koppeling direct van de hand gewezen.
Inmiddels is het kabinet bezig met de opstelling van de editie 2008 van het zogenaamde Nationaal Hervormingsplan Lissabon, waarin staat opgeschreven hoe Nederland invulling wenst te geven aan de diverse richtsnoeren die zijn opgesteld in het kader van de implementatie van de strategie. Een eerste concept van de tekst, dat tot dusverre nauwelijks nieuw beleid bevat, is al van commentaar voorzien door de MHP en de andere sociale partners, maar blijft voor verantwoordelijkheid van het kabinet. De definitieve tekst wordt kort na Prinsjesdag verzonden naar de Commissie, nadat de Tweede Kamer erover heeft kunnen debatteren.

Zomerreces

Dit is het laatste bulletin dat vóór het zomerreces wordt uitgebracht. Het eerstvolgende bulletin zal op 29 augustus verschijnen. De MHP wenst u een goede zomer toe !

Laatste nieuws

Hoe staat het met de leercultuur in uw organisatie?

24 juli 2024

Hoe staat het met de leercultuur in uw organisatie?

VCP: bezuiniging 22% op ambtenaren niet realistisch, onverantwoord en ondoordacht

23 juli 2024

VCP: bezuiniging 22% op ambtenaren niet realistisch, onverantwoord en ondoordacht

Logo VCP YP

11 juli 2024

VCP YP: Uitnodiging bijeenkomst Prinsjesdag

Meer nieuws