Menu

Inhoud:
Voorstellen WW en ontslagrecht nader uitgewerkt
MHP: geen omstreden bezuinigingen voor verkiezingen
Oproep drie vakcentrales voor sociaal Europa
Misleidend koopkrachtbeeld CPB
Afwijking Kunduz-afspraken ten opzichte van Pensioenakkoord
Brief StvdA over regelgeving nieuw pensioencontract
Zakelijke kilometers en leaseauto
Kinderopvang ook in 2013 duurder
Evaluatie regelingen werktijdverkorting en deeltijd-WW
Nieuw convenant ervaringscertificaten (EVC’s)
Sectorale arbeidsmarktinformatie
Pensioen Lab en masterclass voor jongeren
Verkiezingsprogramma’s
Oud-arbeidsvoorwaardencoördinator De Unie overleden

Voorstellen WW en ontslagrecht nader uitgewerkt

Op 18 juni jl. heeft minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) de Kunduz-afspraken over het ontslagrecht en de WW nader uitgewerkt in een zogenaamde ‘hoofdlijnennotitie’. Werkgevers die voornemens zijn een werknemer te ontslaan, hoeven geen toestemming meer vooraf te vragen aan het UWV of een schadeloosstelling via de kantonrechter te betalen. Volgens de MHP wordt de werknemer hiermee ‘vogelvrij’ verklaard. In plaats van de preventieve toets komt er een hoorplicht bij de werkgever. Een situatie waarin ‘de slager zijn eigen vlees keurt’, geen onafhankelijke toets. Een werkgever die toch al van plan was een werknemer te ontslaan, zal niet snel op zijn voornemen terugkomen. Dan resteert voor de werknemer slechts de mogelijkheid om achteraf de gang naar de rechter te maken en wel op eigen kosten. Volgens de MHP dreigt hiermee willekeur bij ontslag van werknemers.

Door het wegvallen van de ontslagvergoeding als inkomensaanvulling op de WW-uitkering worden midden- en hogere inkomens extra gedupeerd. De calculator, die de MHP heeft opgesteld, maakt dit goed inzichtelijk (zie www.vakcentralemhp.nl). Ter illustratie: een oudere werknemer met een inkomen van tweemaal modaal ontvangt met een WW-uitkering nog maar 53% van zijn laatstverdiende loon en na de WW-periode nog maar 20% van het oorspronkelijke loon. Dankzij de huidige ontslagvergoedingen kan deze werknemer de uitkering nog een aantal jaren aanvullen tot 70% van het laatstverdiende loon.

Op de huidige arbeidsmarkt is een ontslagvergoeding meer dan noodzakelijk, omdat de baankansen voor oudere werklozen zeer gering zijn. De ontslagvergoeding dient niet alleen als aanvulling op de WW, maar ook voor de verdere opbouw van het pensioen en ter overbrugging naar het pensioen.

Het feit dat het kabinet niet voornemens is de IOW-regeling te verlengen, maakt deze gevallen nog schrijnender. In de praktijk zal dit betekenen dat de werknemer na de WW-uitkering eerst eventueel spaargeld moet aanspreken en vervolgens het eigen huis moet opeten. Bij de huidige situatie op de woningmarkt is het verkopen van de eigen woning vaak ook al geen optie.

Ook werknemers met een vast contract gaan door de voorstellen tot de flexibele schil in arbeidsorganisaties horen, waardoor de onzekerheid onder hen toeneemt en er een angstcultuur kan ontstaan. Werknemers worden terughoudend in hun kritische houding, wat weer ten koste kan gaan van de innovatie en de productiviteit in bedrijven.

MHP-duovoorzitters Reginald Visser en Bob van der Wal reageerden met afkeuring op de uitgewerkte voorstellen: “Stuitend. De aankoop van een koffiezetapparaat of het sluiten van een huurovereenkomst is straks met meer rechten omgeven, dan het aangaan van een arbeidsovereenkomst. Een grove aantasting van een fundamenteel recht van de werknemer !”.

MHP: geen omstreden bezuinigingen voor verkiezingen

Gelet op de vele onzekerheden, die het CPB in de ramingen voor 2013 tot en met 2017 geeft, en het feit dat vier van de vijf Kunduz-partijen afstand lijken te nemen van het Kunduz-akkoord, is de MHP van mening dat er vóór de verkiezingen van 12 september a.s. geen bezuinigingsmaatregelen moeten worden genomen, waarvan de Kunduz-partijen in hun verkiezingsinzet afstand nemen. De MHP is van mening dat de bezuiniging voor 2013 ook kan worden gehaald door de assurantiebelasting te verhogen naar het btw-tarief en de vennootschapsbelasting voor bedrijven op het niveau te brengen van de ons omringende landen. De maatregelen die in ieder geval van tafel moeten voor de verkiezingen, zijn de omstreden plannen rondom de reiskostenvergoedingen voor werknemers, de ingrijpende maatregelen met betrekking tot het ontslagrecht en de ingrepen, die de uitvoering van het Pensioenakkoord vrijwel onmogelijk maken. Het gaat dan om de AOW, de aanvullende pensioenen, het fiscaal beleid ter ondersteuning van het arbeidsmarktbeleid en de regelgeving rondom de invulling van een nieuw pensioencontract.

De MHP ziet de noodzaak van bezuinigingen, maar is nog steeds van mening dat er voor een mix is gekozen, die teveel terechtkomt bij de huishoudens. Zo geeft het CPB in zijn rapport van 14 juni jl. aan, dat de bezuinigingen 9,1 miljard euro hogere lasten en slechts 1,8 miljard euro minder overheidsuitgaven in 2013 behelzen.

Het zou volgens de MHP evenwichtiger zijn geweest ook een deel van de rekening neer te leggen bij bedrijven, die ondanks de economische crisis winst maken. Door de lasten vooral bij huishoudens neer te leggen, staan de koopkracht en de consumentenbestedingen zwaar onder druk en wordt de economische groei geremd. Hierdoor blijft er de komende jaren ook sprake van banenverlies en zullen steeds meer mensen werkloos raken.

De opluchting over het halen van de 3%-norm in 2013 was onder de vijf partijen van het Kunduz-akkoord duidelijk zichtbaar. “De kille financiële cijfers zijn in de politiek blijkbaar belangrijker geworden dan de werkgelegenheid en de economische groei”, stellen MHP-duovoorzitters Reginald Visser en Bob van der Wal met afkeuring vast.

Oproep drie vakcentrales voor sociaal Europa

Op 19 juni jl. zijn de voorzitters van de vakcentrales FNV, CNV en MHP op gesprek geweest bij premier Rutte om te pleiten voor een socialer Europa. Op 28 en 29 juni a.s. zal op de Europese Top een rapport worden besproken met suggesties om tot een sterkere Economische Monetaire Unie (EMU) te komen.

Hoewel de inhoud van dit rapport nog niet precies vast staat, hebben de voorzitters van de vakcentrales duidelijk aangegeven dat er juist in tijden van crisis meer aandacht moet zijn voor de bescherming van werknemersbelangen en dat het de hoogste tijd is dat ook de werkgelegenheid centraal komt te staan. Het mag niet alleen om de bezuinigingen draaien teneinde te voldoen aan de Europese budgetregels. Uitdrukkelijk is aangegeven dat Europese samenwerking alleen tot iets kan leiden en het vertrouwen van consumenten en burgers kan terugkrijgen, als ook wordt geïnvesteerd in werknemers en burgers. Het gaat uiteindelijk om de welvaart en het welzijn op de langere termijn. Indien er verdere stappen worden gezet in de economische samenwerking dient dit te worden gekoppeld aan een investeringsagenda in groei en banen. Een stevig sociaal fundament is een vereiste om te voorkomen dat lidstaten elkaar gaan beconcurreren op werknemersrechten en lage lonen in plaats van samen te werken.

“We zien het niet alleen in Nederland, maar ook in andere landen. De korte termijn bezuinigingen leiden er tot op heden toe dat fundamentele verworvenheden op de schop gaan, in plaats van dat we sociale vooruitgang boeken. Dat tij moet worden gekeerd”, aldus MHP-duovoorzitter Bob van de Wal na afloop van het gesprek met premier Rutte.

Misleidend koopkrachtbeeld CPB

Volgens de MHP vertelt, na de vijf partijen van het Kunduz-akkoord, nu ook het CPB maar een deel van het verhaal over de koopkrachtachteruitgang in 2013. Volgens het CPB bedraagt in 2013 de netto lastenverzwaring voor gezinnen 4,6 miljard euro, ofwel gemiddeld ongeveer 575 euro per huishouden. Naast de lastenverzwaringen zijn er ook nog ombuigingen, die ten laste komen van gezinnen. Het gaat om een bedrag van circa 2,7 miljard euro, ofwel ruim 325 euro per huishouden. Een gemiddeld gezin gaat er door de overheidsmaatregelen dan in totaal 900 euro op achteruit (2,6% koopkracht). Volgens de MHP staan deze cijfers haaks op de gemiddelde koopkrachtdaling van 0,75% in 2013 (ruim 250 euro), die het CPB voorspiegelt.

Volgens de MHP zijn de verschillen tussen de huishoudens groot. Grote groepen gaan er relatief nog meer op achteruit door specifieke maatregelen of een stapeling van maatregelen:

  • Ongeveer 4 miljoen forenzen zullen door het belasten van de reiskostenvergoedingen meer worden getroffen (gemiddeld 550 euro).
  • Ruim 2,5 miljoen huishoudens uit de middengroepen en hogere inkomens hebben geen baat bij het compenserende koopkrachtpakket van € 1,4 miljard, omdat zij niet in aanmerking komen voor toeslagen en inkomensafhankelijke heffingskortingen. Hierdoor hebben zij gemiddeld een extra lastenverzwaring van ruim 250 euro.
  • Bijna 1 miljoen werknemers bij de overheid worden op een nullijn gezet (afhankelijk van het inkomen oplopend van 150 tot ruim 600 euro netto).
  • Bijna 250 duizend gepensioneerden, met een netto aanvullend pensioen van meer dan 1.250 euro per maand, zullen geen baat hebben bij een inkomensondersteuning in de vorm van een verhoging van de ouderenkorting, omdat deze inkomensafhankelijk is. Zij zullen het niet doorgaan van de indexering en een eventuele korting op het pensioen in de volle omvang merken.

Het CPB gaat uit van een inflatie van 2% en een contractloonontwikkeling van 2,25%. De MHP betwijfelt of dit reële vooronderstellingen zijn. De Europese Commissie ging onlangs nog uit van een inflatie van 1,8% in 2013, zonder daarbij de btw-verhoging mee te nemen. Met de btw-verhoging komt de inflatie eerder uit op 2,5%. Het onderschatten van de inflatie is iets dat de laatste jaren vaker is te zien bij het CPB. Ook dit jaar is de inflatie weer naar boven bijgesteld. Het zou voor de portemonnee van de mensen goed zijn als volgend jaar loonstijgingen van 2,25% zouden kunnen worden afgesproken, maar met de ontslaggolven en de oplopende werkloosheid van dit moment, lijkt dat niet reëel.

“Een gemiddeld gezin heeft in 2013 900 euro en in 2017 1.425 euro minder te besteden. Dat komt overeen met onze eerdere berekeningen dat gezinnen 3% tot ruim 4% minder te besteden krijgen. Dat is toch een heel ander beeld dan het CPB en de vijf partijen ons willen doen geloven”, aldus MHP-bestuurder Eddy Haket. “Het kan dus niet anders dan dat het CPB veel maatregelen uit het Kunduz-akkoord niet meeneemt in het koopkrachtbeeld. Iedereen is zich terdege bewust dat het geen vette jaren gaan worden, maar het zou de politiek sieren wel een eerlijk beeld te schetsen en niet de halve waarheid te vertellen”, aldus Haket.

Afwijking Kunduz-afspraken ten opzichte van Pensioenakkoord

In een brief van de Stichting van de Arbeid (StvdA) aan minister Kamp van SZW spreken de centrale werkgevers- en werknemersorganisaties, waaronder de MHP, unaniem hun afkeuring uit over de onderdelen van het Kunduz-akkoord, die afwijken van het Pensioenakkoord. Ondanks eerdere steun van het kabinet en de Tweede Kamer wordt het Pensioenakkoord nu op diverse wezenlijke onderdelen doorkruist. De StvdA constateert de volgende afwijkingen op hoofdlijnen:

  • vervroeging van de verhoging van de AOW-leeftijd,
  • geen flexibilisering van de ingangsdatum AOW op individueel niveau,
  • geen extra verhoging van de indexering van de AOW met 0,6%,
  • een beperking van de opbouwpercentages van het aanvullend pensioen,
  • het schrappen van werkbonussen voor werknemers,
  • het schrappen van de mobiliteitsbonus voor 55-plussers en
  • het niet verlengen tot 2020 van de IOW-regeling.

De StvdA constateert in de brief dat aan een proces van meerdere jaren om het pensioenstelsel toekomstbestendig te maken, abrupt een einde is gekomen door het Kunduz-akkoord.

Brief StvdA over regelgeving nieuw pensioencontract

Op 20 juni jl. heeft de StvdA in een brief aan minister Kamp laten weten aanknopingspunten te zien in de voorstellen voor de regelgeving om het (nieuwe) pensioencontract vorm te geven (het zogenoemde ‘financieel toetsingskader’, ftk). Deze regelgeving is een uitwerking om tot een nieuw pensioencontract te komen, zoals voorgesteld in het Pensioenakkoord van juni 2011. Het gaat dan onder andere om de introductie van een nieuw reëel pensioencontract, het spreiden van positieve en negatieve schokken op de financiële markten en het rekening houden met de stijgende levensverwachting. Ook speelt hier een rol dat wordt uitgegaan van een andere discontovoet, waardoor de positie van pensioenfondsen minder afhankelijk wordt van dagkoersen op de financiële markten. Daarbij moet ook meer duidelijkheid worden gegeven over de wijze waarop wordt omgegaan met risico’s, zodat pensioendeelnemers beter weten waar ze aan toe zijn.

De StvdA plaatst echter ook een paar kritische kanttekeningen bij de voorstellen van Kamp. Nu wordt de verantwoordelijkheid voor de zogenaamde invaarproblematiek (opgebouwde pensioengelden en nog op te bouwen pensioengelden bij elkaar te houden in één fonds) vooral neergelegd bij de pensioenfondsen zelf. De StvdA is van mening dat de wetgever hiervoor meer de verantwoordelijkheid op zich kan nemen.

Naast deze reactie heeft de StvdA al in een eerdere brief laten weten dat wordt betreurd dat de vijf partijen van de Kunduz-coalitie afstand doen van het Pensioenakkoord. Het gaat er dan vooral om dat de eerdere afspraken met betrekking tot de AOW, het aanvullend pensioen en het flankerend arbeidsmarktbeleid niet worden nagekomen.

Zakelijke kilometers en leaseauto

Er is al veel gezegd en geschreven over de gevolgen van het schrappen van de onbelaste kilometervergoeding voor het woon-werkverkeer. Het Kunduz-akkoord bevat echter ook nog twee andere onderdelen met betrekking tot reiskosten, die tot nog toe onderbelicht zijn gebleven. Het gaat om de zakelijke kilometers en de leaseauto. Hieronder een korte toelichting op de gevolgen van deze maatregelen.

Zakelijke kilometers
Voor zakelijke kilometers, zoals de kilometers vanaf de werkplek naar een klant, blijft de onbelaste reiskostenvergoeding gedurende het jaar 2013 nog van kracht. Per 1 januari 2014 wordt deze regeling echter veranderd. Vanaf dat moment vallen deze reiskostenvergoedingen onder de werkkostenregeling. De werkgever heeft dan nog wel de mogelijkheid om deze kosten op onbelaste wijze te vergoeden, maar moet hierbij rekening houden met andere vergoedingen en verstrekkingen, die ook ten laste van de vrije ruimte van de werkkostenregeling komen. De vrije ruimte wordt door het onderbrengen van de zakelijke kilometers in de werkkostenregeling verhoogd van 1,6% naar 2,1%.

Voorbeeld:
Een werkgever heeft een totale loonsom van 250.000 euro en onder meer twee vertegenwoordigers in dienst, die met eigen vervoer de klanten bezoeken. De extra ruimte die de werkgever krijgt in de werkkostenregeling voor zakelijke kilometers, is dan 0,5% x 250.000 euro = 1.250 euro. Als er 19 cent per kilometer wordt vergoed, komt dit overeen met iets meer dan 6.500 kilometer per jaar, ofwel 275 kilometer per vertegenwoordiger per maand. Als er meer kilometers worden gereden, dan zal dit ten koste gaan van andere vergoedingen en verstrekkingen binnen de vrije ruimte van de werkkostenregeling. Anders moet de werkgever over de vergoeding van elke meer gereden kilometer 80% eindheffing gaan betalen. In het laatste geval gaat een extra gereden kilometer 34 cent kosten.

Leaseauto
Voor leaseauto’s gaat gelden dat iedereen een bijtelling krijgt, dus ook de werknemers, die deze auto momenteel niet of nauwelijks privé gebruiken (maximaal 500 kilometer per jaar). In het algemeen doen werknemers dat heel bewust. Bijvoorbeeld omdat ze daarnaast een relatief goedkope eigen auto hebben of omdat ze privé alleen met het openbaar vervoer reizen. Deze maatregel zal voor betreffende werknemers grote inkomensconsequenties kunnen hebben.

Voorbeeld
Een werknemer gebruikt een auto van de zaak, ter waarde van 35.000 euro, alleen voor het werk. Het 42%-belastingtarief is van toepassing. Door de maatregel uit het Kunduz-akkoord, moet deze werknemer 25% van de cataloguswaarde optellen bij het belastbaar inkomen. Hierdoor moet per jaar 3.675 euro extra belasting worden betaald, ofwel ruim 300 euro in de maand.

De MHP heeft al op verschillende plaatsen aandacht gevraagd voor deze twee maatregelen en haar afkeuring hierover laten horen. De aandacht van de media en de politieke partijen beperkt zich vooral tot de maatregel voor het woon-werkverkeer. Volgens de MHP ten onrechte, omdat beide maatregelen evenveel aandacht verdienen. Ze zullen immers verstrekkende gevolgen hebben voor de loonkosten en het besteedbaar inkomen van werknemers.

Kinderopvang ook in 2013 duurder

Na een forse stijging van de kosten van kinderopvang dit jaar, zullen de kosten ook in 2013 voor ouders weer toenemen, omdat het kabinet verder snijdt in de kinderopvangtoeslag. De volgende maatregelen zullen ertoe leiden dat de eigen bijdragen hoger uitvallen, variërend van bijna tien euro per maand voor de lagere inkomens tot ruim honderd euro vanaf een gezinsinkomen van driemaal modaal.

Hogere bijdrage eerste kind
Op dit moment heeft ieder huishouden, ongeacht het inkomen, recht op een minimale vergoeding van kinderopvangtoeslag van 33,3% voor het eerste kind (dit is in feite de oude werkgeversbijdrage voor eenderde deel). Deze vaste voet wordt voor de hoogste inkomens lineair afgebouwd naar 0%. Dit houdt in dat gezinnen met een verzamelinkomen vanaf ongeveer € 120.000 vanaf 2013 geen toeslag meer zullen ontvangen voor het eerste kind. De bijdrage aan het eerste kind wordt daar bovenop verlaagd, waarbij de laagste inkomens worden ontzien.

Bevriezing te vergoeden uurtarief
Net als in 2012 wordt het maximaal te vergoeden uurtarief van de kinderopvang niet aangepast aan de prijsstijging. Dat betekent dat ouders die kinderopvang afnemen, meer kwijt zullen zijn als de tarieven van de opvang wel stijgen.

In twee jaar tijd wordt het besteedbaar inkomen van ouders met kleine kinderen over de hele linie met ruim 4% beperkt door de stijging van de kinderopvangkosten. Vooral door de afbouw van de kinderopvangtoeslag voor het eerste kind zullen de hoogste inkomens nog meer kwijt zijn aan kinderopvang. Vooral partners van een werknemer met een hoog inkomen, zullen hoge marginale lasten ervaren bij het gaan werken of uitbreiden van het aantal uren. Bij viermaal modaal zullen de kosten voor twee kinderen in de dagopvang ongeveer € 8.000 per jaar bedragen.

Evaluatie regelingen werktijdverkorting en deeltijd-WW

Uit een enquête waarin werkgevers en werknemers zijn ondervraagd, blijkt dat bedrijven die gebruik hebben gemaakt van de Regelingen werktijdverkorting (WTV) en deeltijd-WW, zonder deze maatregelen meer mensen zouden hebben ontslagen. Dat staat in een evaluatie van beide regelingen, die op verzoek van minister Kamp van SZW is uitgevoerd. Bedrijven die fors door de crisis werden geraakt, kregen de mogelijkheid om hun werknemers minder uren te laten werken. De loonkosten voor de niet-gewerkte uren werden uit de WW betaald. Op aandringen van de centrale werkgevers- en werknemersorganisaties stelde het kabinet in november 2008 de mogelijkheid van werktijdverkorting open voor bedrijven. De regeling liep tot maart 2009. Daarna ging in april 2009 de deeltijd-WW van start. Die regeling liep tot januari 2011. In totaal hebben ruim 8.000 werkgevers van beide regelingen gebruik gemaakt. De beide regelingen hebben bij elkaar ongeveer € 450 miljoen gekost.

Het onderzoek heeft niet goed de werkgelegenheidseffecten in beeld kunnen brengen. In een brief aan de Tweede Kamer grijpt minister Kamp daarom terug op een onderzoek van het CPB van vorig jaar. Daarin werd geconcludeerd dat de werkgelegenheidseffecten beperkt waren, omdat maar 0,2% tot 0,3% van de beroepsbevolking zijn baan dankzij beide regelingen had behouden. “Ongelooflijk deze conclusie”, aldus MHP-bestuurder Eddy Haket. “Het gaat om 40.000 mensen die hun baan hebben behouden, alsof dat geen succes kan worden genoemd. De kosten zijn daarmee iets meer dan € 10.000 per persoon. Als deze mensen werkloos waren geworden, waren de uitkerings- en reïntegratiekosten een veelvoud hiervan geweest. Maar vooral die mensen zelf hebben gelukkig hun baan behouden, het gaat niet alleen om de kille cijfers”, aldus Haket.

Nieuw convenant ervaringscertificaten (EVC’s)

Op 12 juni jl. is het convenant ‘ter stimulering van het arbeidsmarktinstrument EVC als onderdeel van een Leven Lang Leren’ afgesloten. Het convenant is een vervolg op het convenant ‘Kwaliteitscode EVC’, dat in 2006 werd ondertekend en recentelijk afliep. Het convenant werd ondertekend door de StvdA, waarin de MHP zitting heeft. De andere convenantpartners zijn de Ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OC&W), SZW en Economische zaken, Landbouw & Innovatie (EL&I). Met de ondertekening van het convenant is het de bedoeling een volgende stap te zetten in het bestendigen van het EVC (Erkenning Verworven Competenties) als arbeidsmarktinstrument.

De MHP krijgt regelmatig signalen dat er ten aanzien van EVC’s op het niveau van het hoger onderwijs nog veel kan worden verbeterd. Knelpunten betreffen niet alleen de verzilvering van EVC’s, maar ook het feit dat competenties op een hoger niveau soms moeilijk te toetsen zijn. Managementvaardigheden zijn bijvoorbeeld lastig aantoonbaar. De convenantpartners willen ook deze problemen in de komende periode aanpakken.

Voor de volledige tekst van het convenant verwijzen wij u naar de website van het Kenniscentrum EVC: http://www.kenniscentrumevc.nl.

Sectorale arbeidsmarktinformatie

De Raad voor Werk en Inkomen (RWI) houdt per 1 juli 2012 op te bestaan. Het adviesorgaan, waarin de gemeentes, werkgevers- en werknemersorganisaties zijn vertegenwoordigd, heeft sinds zijn oprichting in 2002 verschillende adviezen, analyses, onderzoeken en handreikingen over arbeidsmarkt en re-integratievraagstukken uitgebracht. Via de website van de RWI zullen deze publicaties nog een jaar beschikbaar zijn (www.rwi.nl).

Eén project, te weten de sectorale arbeidsmarktanalyses van de RWI, zal de komende jaren wel worden voortgezet. Daarmee blijft een relatief klein, maar wel belangrijk onderdeel van de expertise van de RWI behouden. Gezien de wettelijke taak om de transparantie op de arbeidsmarkt te bevorderen, is deze taak neergelegd bij het UWV. Rond het project is een klankbordgroep geformeerd, waarin ook de MHP zitting heeft. De analyses hebben onder andere tot doel sociale partners te ondersteunen bij hun beleid ten aanzien van de arbeidsmarkt. Zo kan de analyse helpen inzichtelijk te maken waar boventallige werknemers of werkzoekenden terecht zouden kunnen, en wat daarvoor nodig is.

Zoals in eerdere bulletins is aangegeven, betreurt de MHP het opheffen van de RWI. De doorstart van het project sectorale arbeidsmarktanalyse zorgt er in ieder geval voor dat een deel van de kennis behouden blijft. Eind 2012 zal de eerstvolgende nieuwe sectoranalyse worden gepubliceerd.

Pensioen Lab en masterclass voor jongeren

Op initiatief van de jongeren van FNV, CNV en MHP wordt er voor het tweede jaar op rij een masterclass georganiseerd op het gebied van pensioenen. Doel hiervan is om jongeren tot 35 jaar, die lid zijn van één van de vakbonden van de drie vakcentrales, op te leiden tot pensioenfondsbestuurders of tot leden van deelnemersraden. Jongeren zien de meerwaarde van een ‘collectief solidair’ stelsel niet als vanzelf. Deze onvrede ontstaat onder andere door een gebrekkige representatie van jongeren in het pensioenbestuur. Daarom dit initiatief van FNV Jong, MHP-jongeren en CNV Jongeren om de betrokkenheid van jongeren bij pensioenfondsen te vergroten.

De Pensioen Masterclass bestaat uit zeven avonden, waarin de pensioenkennis wordt vergroot. Op deze bijeenkomsten wordt uitgelegd wat de huidige stand van zaken van pensioenfondsen is, hoe de pensioencommunicatie moet worden vormgegeven en welke mogelijkheden er zijn om jongeren ook een goede oudedagsvoorziening te geven. Na afloop zijn de jongeren klaar om een plek in een pensioenbestuur of deelnemersraad te bekleden. Bij het proces om te worden geplaatst bij een pensioenfonds, worden betrokkenen bovendien begeleid. Daarnaast wordt er ook een zogenaamd ‘Pensioen Lab’ ingericht. Doel hiervan is om te komen tot een creatieve denktank voor jongeren, die willen meedenken over pensioen. Politiek, media en pensioenfondsen leggen vragen neer bij het Pensioen Lab, waarop vervolgens antwoorden worden geformuleerd. Tijdens een tweedaagse bijeenkomst wordt de kennis over het pensioenstelsel vergroot. Vervolgens worden pensioenfondsen met verschillende teams geadviseerd.

Klaartje de Boer (26), pensioendeskundige van de MHP, staat volledig achter dit initiatief: “Er is nog veel te bereiken om het pensioenbewustzijn over en de betrokkenheid onder jongeren bij ons pensioenstelsel, te vergroten. Ook hun belangen met betrekking tot pensioen, één van de belangrijkste arbeidsvoorwaarden, zijn groot. Daarom zet ik me volop in om dit project tot een succes te maken. De MHP heeft oog voor de belangen van alle generaties en wil niet alleen dat alle generaties meepraten, maar ook meebeslissen.”

Aanmelden kan tot uiterlijk 1 augustus 2012 via pensioenlab@gmail.com. Naast persoonlijke gegevens en motivatie is het ook de bedoeling dat in de e-mail wordt aangegeven van welke vakbond men lid is en in welke sector men werkzaam is. Op basis van de motivatie volgt een intakegesprek. Het aantal plekken is beperkt.

Verkiezingsprogramma’s

Zodra alle politieke partijen hun verkiezingsprogramma hebben bekendgemaakt, zal de MHP die in een overzicht samenvatten. Daarin zullen de onderdelen worden opgenomen, die de terreinen van werk en inkomen raken, waarmee de MHP zich dagelijks bezighoudt. Per thema zal ook kort de visie van de MHP worden weergegeven. Dit overzicht zal niet tot doel hebben om een stemadvies te geven. De MHP is immers een politiek onafhankelijke vakcentrale, die de inhoud van elk beleidsonderdeel beoordeelt op de eigen merites en voor zover dit van belang is voor haar leden. Het overzicht van de verkiezingsprogramma’s zal binnen enkele weken worden gepubliceerd op www.vakcentralemhp.nl.

Oud-arbeidsvoorwaardencoördinator De Unie overleden

Het Algemeen Bestuur en de medewerkers van de MHP hebben met verslagenheid kennisgenomen van het plotselinge overlijden van de oud-arbeidsvoorwaardencoördinator van De Unie, Wim Engels. Wim is op 14 juni jl. overleden en slechts 65 jaar oud geworden. Hij heeft meer dan tien jaar deel uitgemaakt van de Centrale Beleidsadviescommissie van de MHP en ook na zijn pensionering is hij zich blijven inzetten voor de MHP. Zo heeft hij namens de MHP twee jaar deel uitgemaakt van het Kenniscentrum Werk en Vervoer, een adviesorgaan van de drie vakcentrales op het terrein van het Nieuwe Werken.

De MHP zal zich Wim herinneren als een gedreven en deskundig vakbondsvertegenwoordiger, die in de persoonlijke omgang een graag geziene collega was. De MHP wenst zijn vrouw, kinderen en kleinkinderen veel sterkte met dit grote verlies.

Laatste nieuws

Hoe staat het met de leercultuur in uw organisatie?

24 juli 2024

Hoe staat het met de leercultuur in uw organisatie?

VCP: bezuiniging 22% op ambtenaren niet realistisch, onverantwoord en ondoordacht

23 juli 2024

VCP: bezuiniging 22% op ambtenaren niet realistisch, onverantwoord en ondoordacht

Logo VCP YP

11 juli 2024

VCP YP: Uitnodiging bijeenkomst Prinsjesdag

Meer nieuws