Menu

Inhoud:
MHP bij hoorzitting Tweede Kamer over ontslagrecht
Brief FNV, CNV en MHP over aanpassingen ontslagrecht
Brief Tweede Kamer zwangerschapsverlof
MHP onderschrijft aanbevelingen pensioencommunicatie
SER-adviesaanvraag governance pensioenfondsen
OECD: investeringen in het hoger onderwijs leveren veel geld op
Vakcentrales vragen ILO om toetsing Arbeidsinspectie
Opvolger SER-voorzitter Rinnooy Kan bekend

MHP bij hoorzitting Tweede Kamer over ontslagrecht

De Vaste Commissie van de Tweede Kamer van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hield op 18 juni jl. een hoorzitting over de voorstellen uit het Kunduz-akkoord met betrekking tot het ontslagrecht en de WW. Minister Kamp heeft die voorstellen nader uitgewerkt in een zogenaamde ‘hoofdlijnennotitie’, waarover de Tweede Kamer op 5 juli een eerste debat houdt.

Op de hoorzitting waren de vertegenwoordigers van de centrale werkgevers- en werknemersorganisaties uitgenodigd, waaronder ook de MHP.
MHP-bestuurder Eddy Haket voerde tijdens de hoorzitting namens de MHP het woord. “De voordeur zit momenteel op slot en de voorstellen zetten de achterdeur wijd open”, zo schetste Haket de situatie op de arbeidsmarkt, als de plannen uit het Kunduz-akkoord doorgaan. Haket benadrukte dat het vervangen van de preventieve toets door een hoorzitting bij de werkgever, lijkt op ‘de slager die zijn eigen vlees keurt’. Ook wees hij op de forse effecten voor de midden- en hogere inkomens door het afschaffen van de ontslagvergoeding als inkomensaanvulling. In reactie op de oproep van werkgeversvoorzitter Wientjes om een wetsvoorstel uit 2009 over de ontslagvergoeding eindelijk in behandeling te nemen, benadrukte Haket dat de MHP dit voorstel van het begin af aan heeft afgewezen. Het voorstel uit 2009 had tot doel om de ontslagvergoeding vanaf een jaarinkomen van 75.000 euro af te toppen op een jaarsalaris.

FNV, CNV en MHP riepen de Tweede Kamerleden op om sociale partners in de gelegenheid te stellen om in alle rust plannen uit te werken om de problemen op de arbeidsmarkt aan te pakken en toekomstbestendig te maken. Daarbij gaat het niet alleen om het ontslagrecht, maar vooral ook om de positie van veel flexwerkers en andere groepen met een geringe kans om een baan voor langere duur te vinden, zoals oudere werkzoekenden. Doordat de politiek in de loop der jaren steeds met voorstellen kwam om het ontslagrecht te verslechteren, werd de vakbeweging op achterstand gezet en was er geen sprake van gelijkwaardige onderhandelingen met werkgevers.

Tijdens de hoorzitting werden ook wetenschappers en uitvoerders (advocaten, kantonrechters en het UWV) gehoord. Hoewel de meningen onder de wetenschappers verdeeld waren, was iedereen het er wel over eens dat de timing van de aanpassing van het ontslagrecht ongelukkig is, in de huidige situatie van een oplopende werkloosheid. Sommige wetenschappers gingen veel verder in hun kritiek en wezen er ook op dat de plannen een averechts effect kunnen hebben op de arbeidsproductiviteit en de innovatiekracht van het bedrijfsleven, omdat werknemers minder risico’s zullen durven nemen. (Ook) de uitvoerende instanties hadden voornamelijk veel kritiek op de plannen.

“Het wordt tijd dat de vijf partijen inzien dat de voorstellen uit het Kunduz-akkoord echt niet kunnen. Voor werknemers zullen de plannen, voor de relatie met de werkgever op de werkvloer, grote gevolgen (kunnen) hebben, omdat je zonder pardon en zonder een aanvulling op de WW-uitkering binnen twee maanden op straat kunt komen te staan”, aldus Haket.

Naar aanleiding van de hoofdlijnennotitie van minister Kamp heeft de MHP ruim vijftig vragen opgesteld. Deze zijn te downloaden via www.vakcentralemhp.nl.

Brief FNV, CNV en MHP over aanpassingen ontslagrecht

De MHP heeft samen met de vakcentrales FNV en CNV in een brief aan de Tweede Kamer aangegeven grote bezwaren te hebben tegen de voorstellen uit het Kunduz-akkoord over het ontslagrecht en de WW. De vakcentrales hebben aan de hand van tien stellingen hun bezwaren op de analyse uit de Hoofdlijnennotitie van minister Kamp, waarin de voorstellen worden uitgewerkt, nader uiteengezet.

  1. De voorstellen brengen het systeem uit balans. De minister zet werkgevers met 1-0 op voorsprong, terwijl het arbeidsrecht juist gericht is op het bieden van tegenwicht tegen mogelijke machtsongelijkheid tussen partijen, door zogenaamde ‘ongelijkheidscompensatie’.
  2. Meer arbeidsmobiliteit: van baan naar werkloosheid?! De minister maakt geen onderscheid tussen gedwongen en vrijwillige mobiliteit. Voor veel werkenden is er echter niet automatisch een behoorlijke plek op de arbeidsmarkt van nu.
  3. Afschaffen preventieve toets zet werknemer op achterstand. In plaats van een onafhankelijke toets vooraf wordt een hoorprocedure bij de werkgever geïntroduceerd met een optionele, beperkte rechterlijke toets achteraf. Hoe dit verder wordt ingevuld is niet duidelijk.
  4. Reële grond (of geldige reden?): onvoldoende gewaarborgd. In de voorstellen wordt gesproken over een ‘reële grond’, maar hoe dit wordt gedefinieerd en of er een preventieve werking van uitgaat, wordt niet nader toegelicht.
  5. De rechter wordt aan banden gelegd. De ruimte voor rechterlijke toetsing wordt ingeperkt, alleen in uitzonderlijke gevallen kan de rechter het ontslag ongedaan maken en de ontslagvergoeding iets verhogen.
  6. Stevige sancties ontbreken. Wil een repressief stelsel nog enigszins preventief werken, dan zijn stevige sancties (nietigheid of vernietigbaarheid, schadeloosstellingen) en een redelijke ‘pakkans’ noodzakelijk. Het is volstrekt onduidelijk in hoeverre dit het geval zal zijn.
  7. Rol van sociale plannen aangetast. Sociale plannen komen tot stand ‘in de schaduw’ van rechterlijke uitspraken bij (collectieve) ontslagen. De vergaande wettelijke beperking van de ontslagvergoedingen zal heel direct (negatief) doorwerken in de onderhandelingsruimte bij sociale plannen.
  8. Lasten WW voor werkgever verhoogd ten koste van werknemers en MKB. Wat nu privaat naar werknemers gaat (in de vorm van een ontslagvergoeding), gaat straks naar het financieringstekort van de overheid. Voor werknemers is dit een wel erg onvoordelige deal. Dit geldt ook voor werkgevers in het MKB, die meer dan gemiddeld gebruik maken van de UWV-route zonder ontslagvergoeding.
  9. Positie flexwerkers niet verbeterd. ‘Vast’ wordt minder ‘vast’, maar ‘flex’ blijft gewoon onzeker werk. Er worden geen substantiële maatregelen genomen om de positie van werknemers met onzekere contracten en in onduidelijke constructies te verbeteren.
  10. Oudere werknemers ‘kind’ van de rekening. De voorstellen gaan volledig voorbij aan de vooroordelen die heersen bij werkgevers ten opzichte van oudere werknemers. De veronderstelling dat een soepeler ontslagrecht banen creëert en werkgevers stimuleert oudere werknemers eerder aan te nemen, is een mythe. Oudere werknemers zullen hun huis moeten ‘opeten’ en in de bijstand raken.

De vakcentrales besluiten hun brief met een oproep aan de Tweede Kamer om de voorstellen zoals deze nu op tafel liggen af te wijzen.

U kunt de betreffende brief downloaden op de MHP-website: www.vakcentralemhp.nl

Brief Tweede Kamer zwangerschapsverlof

Op 2 juli jl. hebben de Vereniging voor Vrouw en Recht Clara Wichmann (VVR) en de MHP een gezamenlijke brief naar de Tweede Kamer gestuurd, waarin zij een oproep doen om wettelijk te regelen dat zwangere vrouwen een verlenging krijgen van de vervaltermijn voor vakantiedagen.

Op 1 januari jl. zijn de nieuwe bepalingen rondom de vervaltermijn van wettelijke vakantiedagen in werking getreden. Werknemers moeten voortaan hun wettelijke vakantiedagen binnen zes maanden na het jaar van opbouw opnemen. Daarna komen deze dagen van rechtswege te vervallen. Alleen voor de langdurig zieke werknemer, die is vrijgesteld van re-integratieverplichtingen, is een expliciete uitzondering gemaakt.

De VVR en de MHP maken zich zorgen over de uitwerking van deze nieuwe wetgeving voor vrouwen, die gebruik moeten maken van zwangerschaps- en bevallingsverlof en die gedurende dat verlof wel vakantiedagen opbouwen, maar deze niet kunnen opnemen. Een (zwangere) werknemer kan weliswaar afspraken maken met haar werkgever, waardoor een langere vervaltermijn geldt dan die van zes maanden, maar het is de vraag in hoeverre deze werknemer hiervan gebruik zal en kan maken. Een werknemer zal in de praktijk niet snel het recht op vakantie bij de werkgever willen bevechten uit angst dat hierdoor de arbeidsverhouding verstoord raakt. Bovendien is de werknemer afhankelijk van ‘de goede wil’ van de werkgever. Indien de betreffende werknemer tegenover haar werkgever niet hard aan kan tonen dat zij redelijkerwijs niet in staat is geweest om de verplichte vakantiedagen op te nemen binnen zes maanden na het jaar van opbouw, dan komen deze te vervallen. De VVR en de MHP dringen er daarom op aan wettelijk vast te leggen dat de periode van zwangerschaps- en bevallingsverlof geacht wordt een periode te zijn, waarin een werknemer redelijkerwijs niet in staat is geweest om vakantie op te nemen, waardoor de wettelijke vervaltermijn met de duur van het zwangerschap- en bevallingsverlof wordt verlengd. Op deze manier zou deze onredelijke situatie worden opgeheven.

“Als MHP zijn we steeds tegen de aanscherping van de vervaltermijn van vakantiedagen geweest, omdat hierdoor minder ruimte ontstaat voor maatwerk en voor de afstemming van werk en privé. Uit signalen die wij ontvangen, blijkt dit bij zwangere vrouwen extra knellend te zijn. De beste oplossing zou natuurlijk zijn als voor iedereen weer een vervaltermijn van vijf jaar zou gelden”, aldus De Geus.

U kunt de betreffende brief downloaden op de MHP-website: www.vakcentralemhp.nl

MHP onderschrijft aanbevelingen pensioencommunicatie

Minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op 26 juni jl. aanbevelingen over een betere pensioencommunicatie aan de Tweede Kamer gestuurd. In een begeleidende brief laat de minister o.a. weten dat uit een evaluatie in 2011 blijkt dat pensioenfondsen en verzekeraars de communicatieverplichtingen uit de pensioenwetgeving in het algemeen goed naleven. Tegelijkertijd heeft de huidige communicatie richting pensioendeelnemers niet altijd het gewenste effect. De Pensioenwet zal daarom worden aangepast, waardoor de communicatieverplichtingen voor pensioenuitvoerders om hun deelnemers goed te informeren over de aanvullende pensioenen, worden aangescherpt.

De MHP is blij dat er een eerste stap is gezet om de pensioencommunicatie te verbeteren. “Het is, zeker in de huidige economische situatie, belangrijk dat pensioendeelnemers meer en een reëel inzicht krijgen in de hoogte, de toereikendheid en de risico’s van het eigen pensioen”, aldus MHP-duovoorzitter Bob van der Wal. Op deze manier weten deelnemers of het nodig is om aanvullende maatregelen te treffen. De MHP ondersteunt onder andere het beter benutten van digitale communicatie en het communiceren in nettobedragen.

Er is echter is er nog veel meer werk te verrichten op dit onderwerp. Er zal dan ook actief verder moeten worden gegaan met de vraag: ‘Hoe kunnen deelnemers pensioenbewuster worden gemaakt en welke middelen zijn hiervoor geschikt?’

Lees voor meer informatie de betreffende brief op www.vakcentralemhp.nl

SER-adviesaanvraag governance pensioenfondsen

Minister Kamp heeft de Sociaal Economische Raad (SER) op 25 juni jl. gevraagd om vóór 10 september te reageren op een voorgenomen aanpassing van het wetsvoorstel ter versterking van het bestuur van pensioenfondsen. Dit nadat er kritische reacties zijn ontvangen op dit wetsvoorstel vanuit de Stichting van de Arbeid, de Tweede Kamer en de Pensioenfederatie (koepel van pensioenfondsen). Het wetsvoorstel dient per 1 januari 2013 in werking te treden en is bedoeld om de deskundigheid van het bestuur te vergroten en het intern toezicht te versterken.

De MHP vindt het spijtig dat er voorafgaand aan dit wetsvoorstel niet eerst grondig is gesproken met sociale partners over de verantwoordelijkheidsverdeling tussen pensioenfondsbesturen en cao-partijen en de gevolgen van nieuwe pensioencontracten voor deze rolverdeling.

De minister heeft drie aanpassingen op het eerdere wetsvoorstel opgenomen. Ten eerste is alsnog het zogenaamde ‘one tier board’-model als mogelijkheid opgenomen, waarbij bijvoorbeeld onafhankelijke professionals het dagelijks bestuur vormen en de huidige paritaire leden de rol van toezichthoudend bestuurder krijgen. Ten tweede is de mogelijkheid opgenomen het aantal werkgeversbestuurders aan te passen als er sprake is van maximalisatie van de pensioenpremie. Tot slot wordt voorgesteld het aantal goedkeuringsrechten voor de raad van toezicht te beperken.

De MHP staat niet afwijzend voor het opnemen van het ‘one tier board’-model, mits dit duidelijk wordt ingevuld en het geen paraplu-bepaling wordt, waaronder allerlei bestuursvormen worden gelegitimeerd. Met het oog op de bestuurbaarheid van pensioenfondsen, staat de MHP in beginsel positief tegenover het voorstel om het aantal goedkeuringsrechten voor de raad van toezicht te beperken. De MHP is echter kritisch als het gaat om de aanpassing van het aantal bestuurszetels voor werkgevers in geval er sprake is van maximalisatie van de premie. De MHP wijst erop dat in het pensioenakkoord in beginsel premiestabilisatie was afgesproken, maar dat er altijd een herschikking van arbeidsvoorwaarden mogelijk moet blijven, zodat de premie wel degelijk kan stijgen.
“Wij gaan er dus vanuit dat werkgevers altijd verantwoordelijkheid blijven dragen voor de arbeidsvoorwaarde pensioen en dat zal ook tot uitdrukking moeten komen in hun rol binnen pensioenfondsen”, aldus MHP-beleidsmedewerkster Klaartje de Boer.
De MHP gaat er tot slot van uit dat de wetgever voldoende oog heeft voor de overgangsperiode naar een (mogelijk) andere bestuursvorm. Pensioenfondsen moeten de ruimte krijgen zich hier gedegen op voor te bereiden.

Zie voor de SER-adviesaanvraag: www.vakcentralemhp.nl

OECD: investeringen in het hoger onderwijs leveren veel geld op

(Investeren in) hoger onderwijs maakt landen slim en welvarend. En hun inwoners eens te meer. Dit blijkt uit de nieuwste cijfers van de OECD (Organisation for Economic Co-operation and Development).

Publieke investeringen in het hoger onderwijs hebben een indrukwekkend effect op de welvaart en het welzijn van kennislanden. Een land krijgt de kosten die men steekt in het kweken van talent via het hoger onderwijs (HBO en WO) gemiddeld drievoudig terug. OECD: “Over the long run countries will recoup this investment – and then some – through increased tax revenues from these higher-educated people, as well as savings from the lower level of social transfers these individuals typically receive”.

Nederland scoort met zijn investeringen in het hoger onderwijs nog net boven het gemiddelde, maar zit toch al onder landen als Slovenië en Hongarije. Uit de OECD-cijfers blijkt dan ook dat Nederland op zijn tellen moet passen. Andere landen, zoals België, doen het goed en soms zelfs veel beter dan Nederland denkt of vermoedt.

De MHP voelt zich door de OECD-cijfers gesterkt in haar vasthoudende pleidooi voor investeringen in het hoger onderwijs. Het opwerpen van (financiële) drempels voor het volgen van hoger onderwijs, zoals een sociaal leenstelsel of een langstudeerboete, werkt averechts: op de langere termijn zal dit de overheid meer geld kosten dan dat het aan besparingen oplevert. De MHP hoopt dan ook dat de politieke partijen het pleidooi van de OECD (en de MHP) voor meer investeringen in het hoger onderwijs ter harte nemen en dit doorvoeren in het nieuwe kabinetsbeleid.

Vakcentrales vragen ILO om toetsing Arbeidsinspectie

In een gezamenlijke brief aan de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) hebben FNV, CNV en MHP aangekaart dat Nederland onvoldoende inspecteurs heeft bij de Arbeidsinspectie (sinds 1 januari de Inspectiedienst SZW). Daarmee worden volgens de vakcentrales belangrijke internationale verdragen genegeerd. De vakcentrales verzoeken de ILO daarom te toetsen of de Arbeidsinspectie en daarmee de overheid zich schuldig maken aan de schending van belangrijke ILO-verdragen.

Door de bezuinigingen op de Inspectiedienst SZW is het aantal inspecteurs fors gedaald. In Nederland is er een situatie ontstaan dat er slechts één inspecteur per dertigduizend werknemers is, terwijl de internationale norm één op tienduizend bedraagt. Gemiddeld krijgt een bedrijf in Nederland één keer in de zesenveertig jaar bezoek van een arbeidsinspecteur. Het overgrote deel van de bedrijven wordt dus nooit gecontroleerd. Volgens de MHP kan deze lage ‘pakkans’ ertoe leiden dat de veiligheid van werknemers een lagere prioriteit krijgt, waardoor het aantal bedrijfsongevallen kan stijgen.

U kunt de betreffende brief downloaden op de MHP-website: www.vakcentralemhp.nl

Opvolger SER-voorzitter Rinnooy Kan bekend

In maart van dit jaar heeft de huidige voorzitter van de Sociaal Economische Raad (SER), Alexander Rinnooy Kan, aangekondigd per 1 september 2012 zijn voorzitterschap neer te leggen. Hierop heeft het kabinet ir. Wiebe Draijer voorgedragen om tot nieuwe SER-voorzitter te worden benoemd. Het bestuur van de SER heeft hier onlangs mee ingestemd. Draijer zal het voorzitterschap dan ook per 1 september a.s. van Rinnooy Kan overnemen.

Draijer (46) studeerde werktuigbouwkunde in Delft. Na een korte periode als journalist werd hij onderzoeker bij Philips Research Laboratories. In 1990 werd hij fellow bij McKinsey en in 2004 managing partner. Draijer wil in een open dialoog draagvlak creëren voor moeilijke veranderingen en is overtuigd van het grote belang van de overlegeconomie. “Als voorzitter wil ik werkgevers, werknemers en kroonleden stimuleren om met nieuwe oplossingen te komen voor de uitdagingen waar wij voor staan.”

De MHP hoopt op een goede samenwerking met Draijer en wenst hem veel wijsheid in zijn nieuwe functie. De MHP bedankt Rinnooy Kan voor zijn inspirerende voorzitterschap en wenst hem veel succes in zijn verdere loopbaan.

Laatste nieuws

Hoe staat het met de leercultuur in uw organisatie?

24 juli 2024

Hoe staat het met de leercultuur in uw organisatie?

VCP: bezuiniging 22% op ambtenaren niet realistisch, onverantwoord en ondoordacht

23 juli 2024

VCP: bezuiniging 22% op ambtenaren niet realistisch, onverantwoord en ondoordacht

Logo VCP YP

11 juli 2024

VCP YP: Uitnodiging bijeenkomst Prinsjesdag

Meer nieuws