Menu

Inhoud:
Geen AOW-advies
Onderwijsactie 22 september jl.: kenniseconomie of kenniscrisis ?
Ook Advocaat Generaal kritisch over aftopping ontslagvergoeding

Geen AOW-advies

Nog voor de deadline van 24.00 uur op 30 september jl. was verstreken, hebben de werkgevers plotseling de stekker uit de slotonderhandelingen getrokken voor het SER-advies over de AOW. MHP-voorzitter mr. Richard Steenborg voelde zich overvallen door de werkgevers: “Het is een gevoel als oud vuil langs de kant te worden gezet”. Verder vergeleek hij de houding van de werkgevers met een sportwedstrijd. “Nog voor het laatste fluitsignaal zijn de werkgevers van het veld gelopen. Groot verschil is dat je in de sport dan verliest, maar de werkgevers worden nog beloond ook, als het kabinet zijn eerdere besluit nu onverkort doorzet.”

Op 30 september zijn onderhandelaars van werkgevers- en werknemersorganisaties samen met een aantal kroonleden van de SER de hele dag bijeengeweest om tot een akkoord te komen. Allerlei tussenvoorstellen zijn besproken en uiteindelijk waren de voorzitters van werkgevers- en werknemersorganisaties en kroonleden voor het begin van de avond uitgenodigd om de resterende verschillen op te lossen en het werk af te maken.
De werkgeversvoorzitters zijn toen nooit meer komen opdagen en maakten via de media bekend geen heil meer te zien in verder onderhandelen.

Waarom zij dit hebben gedaan, laat zich niet zo moeilijk raden. Gaandeweg het proces werd steeds duidelijker dat werkgevers wilden dat de AOW-leeftijdverhoging één op één zou worden doorgetrokken naar de aanvullende pensioenen. Gevolg: structurele besparing voor werkgevers op de pensioenpremies van werknemers: ruim € 3 miljard per jaar !

De drie vakcentrales FNV, CNV en MHP hebben al vroeg in de onderhandelingen (die tussen april en 30 september zijn gevoerd) een gezamenlijk voorstel ingebracht, waarin de AOW gemoderniseerd zou worden. Mensen kunnen volgens dit plan zelf kiezen op welk moment zij de AOW-uitkering laten ingaan tussen 65 en 70 jaar. Afhankelijk van de aard van het werk en de persoonlijke omstandigheden van een werknemer, zal de ene persoon eerder willen stoppen met werken dan de andere. Ook deeltijdpensioen maakte uitdrukkelijk onderdeel uit van dit voorstel. Dat mensen zelf kunnen kiezen en dat voor hen de keuze niet door de overheid wordt gemaakt, is al jaren één van de speerpunten van het MHP-beleid.
Hoe later de AOW ingaat, hoe hoger de uitkering. Hierin zit een prikkel om langer door te werken, waardoor de overheid ook extra belastinginkomsten krijgt. Verder zaten er nog voorstellen in om een aantal fiscale voordelen geleidelijk af te bouwen, maar op een dusdanige manier dat de rekening hiervan eerlijk wordt verdeeld over de generaties en de verschillende inkomenscategorieën (en niet eenzijdig bij de middengroepen wordt neergelegd). Daarmee werd voldaan aan de opdracht van het kabinet om ruim € 4 miljard te bezuinigen ten opzichte van de CPB-ramingen.

In de onderhandelingen hebben de drie vakcentrales zich wel degelijk bereid getoond concessies te doen. Zo zou de keuzevrijheid worden ingeperkt tussen de leeftijd van 65 en 67 jaar en waren de vakcentrales bereid de toekomstige kosten van de pensioenpremies te stabiliseren voor werkgevers, door hierover onderling nadere afspraken te maken. Voor werkgevers was dit blijkbaar niet genoeg. Zij hielden vast aan het kabinetsbesluit om de AOW-leeftijd en die van de aanvullende pensioenen te verhogen naar 67 jaar. Er viel alleen te praten over een overgangsmaatregel, waarbij de werkgevers over vijftien jaar in één klap naar 67 jaar wilden overgaan en waarbij ze € 3 miljard in de zak zouden houden.

De MHP is van mening dat de werkgevers met het weglopen van de onderhandelingstafel en het niet durven nemen van hun eigen verantwoordelijkheid, het vertrouwen ernstig hebben beschadigd. Verder vraagt de MHP zich af of werkgevers wel de wil hebben gehad om er uit te komen binnen de SER. Het gevolg is dat de MHP zich zorgen maakt over de verdere gevolgen (maatschappelijk, politiek en positie SER). Er lag een goede mogelijkheid om een modern AOW-stelsel neer te leggen bij de politiek, waarin keuzevrijheid van mensen centraal stond. De werkgevers hebben deze kans naar de prullenbak verwezen.

Het creëren van een kenniseconomie of een kenniscrisis ?

Op dinsdag 22 september hebben Hanneke de Geus en Klaartje de Boer namens de MHP, samen met vakbond De Unie, studenten gesteund door aanwezig te zijn bij de onderwijsactie in Den Haag. De onderwijsactie was gericht op beter hoger onderwijs. Door de voorgenomen bezuinigingen van het kabinet komt zowel de kwaliteit als de toegankelijkheid van (hoger) onderwijs onder druk te staan. ‘’Onderwijs wordt steeds massaler en onpersoonlijker,’’ aldus Gerard Oosterwijk, voorzitter van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb).

De MHP is van mening dat het bevriezen van de studiefinanciering haaks staat op het stimuleren van studenten om door te studeren in plaats van werk te zoeken. Dit wordt mede ingegeven door de krapte op de arbeidsmarkt en de hoge werkloosheid onder jongeren door de economische crisis. Bevriezen van de studiebeurzen is op dit moment het verkeerde signaal.

Nederland gaat achteruit in innovatie- en concurrentievermogen indien er onvoldoende wordt geïnvesteerd in onderwijs. Nederland kan op deze manier geen kenniseconomie worden, die tot de mondiale top 5 behoort. Het kabinet moet vasthouden aan de eerder afgesproken streefwaarden van het Lissabon-akkoord, wil het deze plek in de toekomst bereiken.

Onderwijs, kennis en innovatie zijn belangrijk voor een duurzame economische groei. Bezuinigen op onderwijs en bevriezen van studiefinanciering leiden alleen maar tot een groter tekort aan hoger opgeleiden. We moeten ervoor zorgen dat Nederland als werk- en vestigingsland aantrekkelijk blijft voor (potentiële) hoger opgeleiden en professionals.

Ook Advocaat Generaal kritisch over aftopping ontslagvergoeding

Onlangs heeft Advocaat Generaal (AG) Spier een advies voor de Hoge Raad opgesteld naar aanleiding van een ingesteld cassatieberoep tegen een arrest van het Hof Den Haag. Deze AG is echter niet alleen ingegaan op de casus zelf, maar heeft zich ook zeer kritisch uitgelaten over het Wetsontwerp limitering ontslagvergoeding. Na de Raad van State steunt ook deze AG de MHP in zijn afwijzing van dit wetsvoorstel. Van de centrale werkgevers- en werknemersorganisaties is de MHP de enige partij, die niets ziet in de aftopping van de ontslagvergoeding.

Een werknemer, die meent dat het door de werkgever gegeven ontslag (waarvoor een vergunning is afgegeven door het UWV) kennelijk onredelijk is, kan naar de rechter stappen. Krijgt hij gelijk van de rechter, dan kan de rechter de werkgever veroordelen tot het betalen van een schadevergoeding. In de rechtspraak bestaat al lange tijd onduidelijkheid over de hoogte van de schadevergoeding bij kennelijk onredelijk ontslag. Sommige kantonrechters nemen bij het vaststellen van de hoogte van de vergoeding de kantonrechtersformule als uitgangspunt terwijl andere kantonrechter geheel andere berekeningen hanteren. De Hoge Raad zal mogelijk op
13 november 2009 een einde maken aan de discussie of de kantonrechtersformule geschikt is om de schadevergoeding te bepalen in kennelijk onredelijk ontslagzaken.

Volgens de AG is het niet juist om de kantonrechtersformule te gebruiken ter beantwoording van de vraag of een ontslag kennelijk onredelijk is. Wel sluit het Hof Den Haag zich terecht aan bij de kantonrechtersformule, waar het gaat om het bepalen van de schadevergoeding als eenmaal is vastgesteld dat er sprake is van een kennelijk onredelijk ontslag. Voor een standaardaftrek van 30% die het Hof Den Haag toepast, is echter geen reden, aldus de AG.

De andere Hoven, te weten Amsterdam, Arnhem, Leeuwarden en Den Bosch, beantwoorden eerst de vraag of het ontslag kennelijk onredelijk is gegeven. Pas als die vraag bevestigend beantwoord is, hanteren ze de door hen ontwikkelde XYZ-formule, die lijkt op de (oude) kantonrechtersformule. De korting van 50% die zij op die formule toepassen, acht de AG te algemeen.

Wat de MHP daarnaast vooral verheugt en in hoge mate is opgevallen, is dat de AG ook zeer kritische opmerkingen heeft gemaakt over het wetsvoorstel limitering ontslagvergoeding. Dat is verre van gebruikelijk nu het onderwerp van het geschil gaat over de beoordeling van de gevolgen van een gegeven ontslag. Al eerder had de Raad van State zich zeer kritisch uitgelaten over het wetsvoorstel.

De AG juicht het toe om soms exorbitant hoge vergoedingen van bestuurders of andere leidende figuren in grote ondernemingen, die na of wegens mismanagement aan de kant worden geschoven, te beteugelen. Daarbij is de in het wetsontwerp gekozen grens van € 75.000 voor de AG niet vanzelfsprekend. De AG stelt dat een jaarinkomen van € 75.000 naar huidige inzichten toch bezwaarlijk kan gelden als een exorbitant (laat staan stuitend hoog) inkomen. Nog minder evident is, zo gaat de AG nog even door, waarom een voorbeeldig functionerende, oudere werknemer met een inkomen van € 75.000 na een langdurig dienstverband met € 75.000 naar huis kan worden gestuurd.
De AG vreest dat het wetsontwerp geen enkele bijdrage zal leveren aan het tegengaan van buitensporige vergoedingen en dito afvloeiingsuitkeringen aan topfiguren in een aantal grote(re) ondernemingen. De AG spreekt van een – in zijn ogen – volstrekte onbalans waaraan ook het ontslagrecht meewerkt, als de top niet wordt aangepakt en het lager betaalde kader (van € 75.000 en hoger) wel. De AG ziet ook als bezwaar dat de werkgever zal kiezen voor een ontbindingsprocedure omdat hij dan maar één jaarsalaris hoeft te betalen, waar dat bij een kennelijk onredelijk ontslag na de ontslagvergunningsprocedure duurder zal kunnen uitvallen, vooral bij lange en trouwe dienstverbanden.

De AG is ook niet gelukkig met de nieuwe kantonrechtersformule alsmede met de timing ervan. De formule is versoberd en dat wordt door de kantonrechters beargumenteerd met de gestelde sterk verbeterde arbeidsmarktpositie van jongeren gedurende een aantal jaren. Echter, zegt de AG, de gedachte dat (voor jongeren) de kansen op de arbeidsmarkt gunstiger zijn dan in het recente verleden, is helaas in de huidige crisis weinig realistisch.

Na de Raad van State, ondersteunt nu ook deze AG de MHP in zijn afwijzing van het wetsvoorstel om de ontslagvergoedingen af te toppen. Binnenkort zal dit wetsvoorstel van de ministers Donner en Hirsch Ballin worden behandeld in de Tweede Kamer. De MHP vindt dat de Tweede en Eerste Kamer de gefundeerde kritiek van deze vooraanstaande juristen niet naast zich neer mogen leggen.

 

Laatste nieuws

Hoe staat het met de leercultuur in uw organisatie?

24 juli 2024

Hoe staat het met de leercultuur in uw organisatie?

VCP: bezuiniging 22% op ambtenaren niet realistisch, onverantwoord en ondoordacht

23 juli 2024

VCP: bezuiniging 22% op ambtenaren niet realistisch, onverantwoord en ondoordacht

Logo VCP YP

11 juli 2024

VCP YP: Uitnodiging bijeenkomst Prinsjesdag

Meer nieuws