Menu

Gezamenlijke brief vakcentrales over IOW

De drie vakcentrales FNV, CNV en MHP hebben een gezamenlijke brief gestuurd aan de Tweede Kamer met het verzoek het wetsvoorstel Inkomensvoorziening voor oudere werklozen (IOW) aan te passen. Het kabinet wil deze regeling voor een periode van vijf jaar laten gelden en dan bezien wat er moet gebeuren op grond van een evaluatie. Destijds heeft de Sociaal-Economische Raad (SER) juist ervoor gepleit om de regeling structureel in het leven te roepen, waarbij na vijf jaar bekeken zou kunnen worden of de regeling eventueel aanpassing behoeft. De Tweede Kamer heeft in meerderheid toch besloten in te stemmen met de tijdelijkheid van het wetsvoorstel. Het laatste woord is nu aan de Eerste Kamer.
Werknemers van zestig jaar of ouder die tussen 1 oktober 2006 en 1 juli 2011 werkloos worden en langer dan drie maanden recht hebben op een WW-uitkering, krijgen een zogenaamde IOW-uitkering na afloop van de WW-periode. Als het recht op een IOW-uitkering bestaat, houden deze werklozen dat recht totdat zij 65 jaar worden. Voordeel van deze regeling is dat het vermogen van de oudere werkloze en zijn partner niet wordt meegerekend bij de toekenning van de IOW (zoals bij een bijstandsuitkering wel het geval is). Hiervoor heeft het kabinet een wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel is gebaseerd op het SER-advies over de WW, dat in april 2005 is uitgebracht, met uitzondering van het tijdelijke karakter van deze regeling.

SER brengt advies uit over evenwichtig ondernemingsbestuur

Op 15 februari jl. heeft de SER een verdeeld advies uitgebracht over een evenwichtig ondernemingsbestuur. Dit advies gaat over de positie van werknemers bij Nederlandse beursgenoteerde vennootschappen en geeft antwoord op de vraag van minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) of de positie van werknemers versterking nodig heeft. Onderzoeksresultaten geven volgens de Raad geen aanleiding tot fundamentele herziening van de Nederlandse medezeggenschapsregelingen. Wel doet de Raad aanbevelingen voor aanvulling van de desbetreffende regelingen en spreekt hij zich uit over de invloed van internationalisering en globalisering op de medezeggenschap van werknemers in Nederland.
De verdeeldheid in het advies betreft vooral de positie van werknemers in internationael beursgenoteerde bedrijven. De werknemersvertegenwoordigers (waaronder die van de MHP) en vijf kroonleden (Bovens, Goudswaard, Van der Heijden, Vliegenthart en Wilke) zijn van oordeel dat de toenemende internationalisering het noodzakelijk maakt dat er op Europees en Nederlands niveau maatregelen worden genomen om de medezeggenschapspositie van werknemers op peil te kunnen houden. Volgens de werkgevers en vier kroonleden (Brouwer van DNB, Van Duyne, Linschoten en Teulings van het CPB) is dit niet nodig, omdat dat het vestigingsklimaat in Nederland zou verslechteren.
Het volledige advies is te downloaden van www.ser.nl.

Rapport Commissie Dijsselbloem verdient waardering

“Verantwoordelijkheden van overheid en scholen zijn door elkaar heen gaan lopen. De overheid heeft zich, soms tot in het klaslokaal, bemoeid met de didactiek en tegelijkertijd de invulling van de onderwijsdoelen in hoge mate aan anderen overgelaten en nagelaten voldoende toezicht te houden op onderwijsresultaten.” Dit is één van de belangrijkste conclusies uit het rapport van de Commissie Dijsselbloem, die onderzoek heeft gedaan naar de onderwijsvernieuwingen in de afgelopen jaren.
Volgens de MHP kan deze conclusie ook worden doorgetrokken naar tal van andere sectoren en beleidsterreinen. Te denken valt aan geprivatiseerde bedrijven als de NS, waar de politiek nog steeds de neiging heeft om zich met de dagelijkse gang van zaken te bemoeien. Een ander voorbeeld is de zorgsector, waar aan de ene kant meer wordt overgelaten aan het zogenaamde ‘veld’, maar waar, zodra er iets mis lijkt te gaan, de politiek het hardst schreeuwt om maatregelen. Ook heeft de politiek vaak de neiging bij bekende strafzaken op de stoel van de rechter te gaan zitten. Zo zijn er tal van voorbeelden te noemen.
Het is volgens de MHP niet alleen nodig om een heldere afbakening van verantwoordelijkheden af te spreken. Het is ook belangrijk dat politiek Den Haag die verantwoordelijkheden respecteert en zich daadwerkelijk tot haar eigen verantwoordelijkheden beperkt. Als het neerleggen van verantwoordelijkheden bij derden te veel doorschiet in de ogen van de politiek, moet ze de afbakening opnieuw heroverwegen in plaats van zich direct met de verantwoordelijkheid van anderen bemoeien. Al met al kan er over een moedig rapport worden gesproken. De vraag is nu wat kabinet, Ministeries en volksvertegenwoordigers hiervan daadwerkelijk zullen leren en of zij er ook naar zullen handelen.
Het Platform Onderwijs van de MHP zal op korte termijn met een onderwijsinhoudelijke reactie op het rapport komen.

Nieuwe directeur Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen

Gerard Riemen (1963) wordt de nieuwe directeur van de Vereniging van Bedrijfstakpensioen-fondsen (VB), de belangenbehartiger van 82 bedrijfstakpensioenfondsen. Zijn benoeming gaat uiterlijk op 1 juni 2008 in. Hij volgt Peter Borgdorff op, die eind 2007 in dienst trad van het Pensioenfonds Zorg en Welzijn.
Gerard Riemen is geen onbekende in de pensioenwereld. Tot april 2007 was hij plaatsvervangend directeur van de Directie Arbeidsverhoudingen en hoofd van de afdeling Pensioenbeleid op het Ministerie van SZW. Momenteel is hij directeur Uitvoeringsbeleid bij datzelfde Ministerie.
Riemen is afgestudeerd in de Sociale Zekerheidswetenschappen en Economie aan de Katholieke Universiteit Brabant. Hij begon zijn carrière als beleidsmedewerker bij de Sociale Verzekeringsbank. Sinds 1990 vervulde hij diverse functies bij SZW. Vanaf 1997 nam hij het pensioenbeleid onder zijn hoede. Hij was onder meer betrokken bij de totstandkoming van de Pensioenwet, het Financieel Toetsingskader (FTK) en het Pensioenconvenant.

Kaderovereenkomst tegen geweld en pesterijen op het werk

Europese sociale partners hebben vorig jaar een kaderovereenkomst gesloten met het doel pesterijen, seksuele intimidatie en fysiek geweld op het werk te voorkomen en problemen, zo nodig, op te lossen. In de kaderovereenkomst worden alle vormen van pesterij en geweld veroordeeld en wordt ook bevestigd dat werkgevers hun werknemers daartegen moeten beschermen. Bedrijven in Europa worden opgeroepen een beleid van zero-tolerance te voeren ten aanzien van dergelijk gedrag. Ook is afgesproken procedures vast te stellen om pesterijen en geweld op het werk te bestrijden. Dit uitgaande van de gedachte dat ook daarvan een preventieve werking uitgaat.
Voor de invulling van de kaderovereenkomst in de Nederlandse situatie is de Stichting van de Arbeid (StvdA) gevraagd om advies en eventueel concrete voorstellen. De MHP werkt daaraan mee in de Werkgroep Gewetensbezwaren en Arbeid. Op het gebied van veiligheid op het werk in brede zin is al het nodige onderzocht en gerapporteerd en in het verlengde daarvan proberen de werkgevers- en werknemersorganisaties in de Werkgroep een vorm te ontwikkelen waarmee voor alle bedrijven een richtsnoer kan worden meegegeven hoe het beste om te gaan met geweld en intimidatie op het werk.
De kaderovereenkomst moet binnen drie jaar worden uitgevoerd door de leden van de ondertekenende partijen, d.w.z. de nationale organisaties van sociale partners, zoals bepaald in artikel 139, tweede lid, van het EG-Verdrag. In het vierde jaar volgt verslaglegging.
De Europese Commissie heeft alle steun toegezegd aan sociale partners bij de implementatie van de overeenkomst. Na afloop van de uitvoeringsperiode zal de Commissie nagaan in hoeverre de uitvoering van de overeenkomst tot de verwezenlijking van de communautaire doelstellingen heeft bijgedragen, hoewel het vooral aan de sociale partners is om de resultaten te evalueren.
Werkgevers en werknemers in Nederland hebben ingevolge de Arbowet 2007 volop ruimte om zelf invulling te geven aan de wijze waarop ze in de eigen sector aan nationale wetgeving voldoen. De Europese kaderovereenkomst geeft werkgevers en werknemers in feite handvatten om deze beleidsverplichting op de maat van de onderneming nader in te vullen. Daarmee wordt bevorderd dat dit onderwerp overal in Europa serieus wordt genomen zonder dat een ‘one size fits all’-benadering wordt voorgeschreven. Best practices verdienen uiteraard volledige navolging.

Consultatie hoofdlijnennotitie Algemene Pensioeninstelling

In het bulletin van 18 januari jl. is al melding gemaakt van de Algemene Pensioeninstelling (API), een nieuw soort pensioenuitvoerder waarmee Nederland zich internationaal wil profileren. Minister Donner van SZW heeft het pensioenveld tot 29 februari a.s. de tijd gegeven om inhoudelijk te reageren op de hoofdlijnennotitie over de API. De reactietermijn is volgens de Werkgroep Pensioenen van de StvdA, waarin ook de MHP zitting heeft, te kort voor een serieuze behandeling van het onderwerp.
Vanwege het belang en de complexiteit van het onderwerp, nl. het mogelijk maken van grens-overschrijdende pensioenactiviteiten voor Nederlandse pensioeninstellingen, is voor een grondige analyse en een zorgvuldige afstemming meer tijd nodig.
Zo heeft een API niet de beperkingen die Nederlandse pensioenfondsen wel hebben ten aanzien van de paritaire bestuurssamenstelling en de eis van één financieel geheel. Andere kant van de medaille is dat met de oprichting van een API een pensioenfondsbestuur de zeggenschap over het fondsvermogen prijsgeeft.
De Stichting heeft de minister dan ook schriftelijk verzocht de reactietermijn te verlengen tot uiterlijk 1 mei 2008.

Randstad 2040

Het kabinet heeft de SER advies gevraagd over een integrale langetermijnvisie voor de Randstad in 2040. Aan de orde komen vragen als de precieze betekenis van het begrip Randstad en die zaken die van belang zijn om van de Randstad een aantrekkelijke vestigingsplaats te maken of te behouden. In dit licht wordt aandacht geschonken aan klimaatverandering, het tegengaan van polarisatie op de arbeidsmarkt, bereikbaarheid en leefbaarheid. Advies wordt gegeven over het beter benutten van ruimte door functiecombinaties, het bestuur en financieringskwesties.
In belangrijke mate wordt voortgebouwd op eerdere SER-adviezen over de Nota Ruimte, de Nota Mobiliteit en het plattelandsbeleid. Aansluiting wordt verder gezocht bij noties uit het MLT-advies, zoals het belang van een grotere arbeidsparticipatie, maar daarnaast wordt ook aandacht geschonken aan een studie die een bevolkingskrimp voorspelt. Nieuwe beleidsrichtingen die haaks staan op eerder in SER-verband geformuleerd beleid of op staand MHP-beleid, ontbreken.
Vrijdag 14 maart a.s. zal het advies in de Raadsvergadering worden vastgesteld.

Waarden van de Landbouw

Het advies ‘Waarden van de Landbouw’, dat eveneens in de SER-Raadsvergadering van 14 maart zal worden vastgesteld, gaat in op de mogelijkheden om het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) zodanig aan te passen, dat in sterkere mate dan nu het geval is, rekening kan worden gehouden met maatschappelijke waarden in de landbouw. Daarbij komen vragen aan de orde als: welke publieke diensten kan de landbouw leveren ? Hoe kan de landbouw die publieke diensten leveren ? De antwoorden op deze vragen worden verder uitgewerkt in verband met een mogelijke hervorming van (de bedrijfstoeslagen in) het GLB.
Werknemerskwesties komen zijdelings aan de orde, zoals het belang van goede arbeidsomstandigheden in de landbouw en het belang van het naleven van fundamentele arbeidsnormen in het geval van landbouwproducten die van elders worden geïmporteerd, ook in verband met het instandhouden van een gelijk speelveld voor Nederlandse producenten. In dit kader komt ook het belang van een goed concurrentieklimaat voor de hele agrarische productieketen aan de orde; in brede zin gaat het hier immers om werkgelegenheid ! De voorgestelde hervormingen zullen hieraan geen schade toebrengen, maar leiden hopelijk tot nieuwe vormen van agrarische bedrijvigheid, gericht op het totstandbrengen van maatschappelijke waarden.
Ook dit advies bouwt in belangrijke mate voort op eerdere SER-adviezen over het landbouwbeleid en het platteland.

MHP stimuleert arbocatalogi met helpdesk en activiteiten

Zoals bekend heeft de MHP voor de jaren 2007, 2008 en 2009 de beschikking gekregen over subsidiegeld vanuit het Ministerie van SZW. Deze subsidie wordt ingezet om interne projecten te stimuleren, die gericht zijn op het tot stand komen van arbocatalogi. Alle lidorganisaties van de MHP kunnen rekenen op ondersteuning bij deze interne projecten. Vakbond De Unie verzorgt deze ondersteuning onder meer met een telefonische helpdesk en een website. De activiteiten worden gecoördineerd door JanPeter Westein.

De ondersteuning bestaat uit:
• Algemene voorlichting en informatie
• Startconferentie voor alle betrokkenen
• Trainingen voor bestuurders
• Trainingen voor medezeggenschapsorganen
• Website www.unie-arbocatalogus.nl
• Telefonische helpdesk via nummer 0345-851 266.

De telefonische helpdesk is met ingang van 1 maart a.s. bereikbaar op dinsdag, woensdag en donderdag van 09.00 tot 12.00 uur via 0345-851 266. Met de helpdesk zullen vragen zoveel mogelijk worden beantwoord. Tegelijkertijd zal via de helpdesk worden geïnventariseerd welke lidorganisaties zijn betrokken bij het realiseren van arbocatalogi. Het is van belang te weten in welk stadium het overleg is en natuurlijk welke branches en/of organisaties en bedrijven het betreft.

Website www.unie-arbocatalogus.nl
De website www.unie-arbocatalogus.nl is met ingang van 15 maart ‘in de lucht’. De website is nog in opbouw. Naarmate meer informatie en ervaringen uit de MHP-lidorganisaties beschikbaar komen, kan de site beter worden gevuld. Daarmee wordt voorkomen dat steeds weer opnieuw het wiel wordt uitgevonden.

Startconferentie
Met een startconferentie voor vertegenwoordigers van MHP-lidorganisaties, bestuurders, kaderleden en OR/VGWM-leden wordt een aftrap gegeven aan het stimuleren van de arbocatalogi. Aan de orde komen: de actuele arbowetgeving; het belang voor werknemers; de uitgangspunten van de MHP; de ondersteuning met onder meer website, helpdesk en trainingen en presentatie (aankondiging) van de toolkit.
Binnenkort volgt meer informatie over de startconferentie. Belangstellenden kunnen zich nu reeds melden bij de helpdesk 0345-851 266.

Laatste nieuws

Hoe staat het met de leercultuur in uw organisatie?

24 juli 2024

Hoe staat het met de leercultuur in uw organisatie?

VCP: bezuiniging 22% op ambtenaren niet realistisch, onverantwoord en ondoordacht

23 juli 2024

VCP: bezuiniging 22% op ambtenaren niet realistisch, onverantwoord en ondoordacht

Logo VCP YP

11 juli 2024

VCP YP: Uitnodiging bijeenkomst Prinsjesdag

Meer nieuws