Menu

Inhoud:
MHP-reactie op val kabinet
Controversieel of niet ?
SER-advies over ordeningsbeleid
Ontslag wederzijds goedvinden wordt meegeteld in getalscriterium WMCO
AOW-partnertoeslag toch niet vervroegd afgeschaft
Besluitvorming over nieuwe pensioenparameters n.a.v. Commissie Don
Doe mee aan het onderzoek Steunpunt RI&E instrumenten

MHP in reactie op val kabinet:
Laat kiezer zich nu uitspreken over AOW, pensioenen en ontslagvergoedingen

“Nu kunnen de kiezers zich uitspreken over omstreden dossiers als de verhoging van de AOW-leeftijd, beperking van de pensioenopbouw en de limitering van de ontslagvergoeding”, aldus MHP-voorzitter Richard Steenborg, in een eerste reactie op de val van het kabinet in de nacht van 19 op 20 februari jl.
Het is gebruikelijk dat een demissionair kabinet omstreden wetgeving laat liggen tot een volgend kabinet. Dat geldt volgens de MHP dan zeker voor de verhoging van de AOW-leeftijd en de leeftijd voor het aanvullend pensioen naar 67 jaar. In de verkiezingsprogramma’s van de drie coalitiepartijen stond immers letterlijk dat de AOW-leeftijd op 65 jaar zou blijven en het kabinetsvoorstel is daarom meer dan omstreden. “Het kan dan niet anders, dan dat de kiezer zich hierover nu wel kan uitspreken”, aldus Steenborg.
Een ander omstreden voorstel is de limitering van de ontslagvergoeding op een jaarsalaris voor werknemers, die meer dan € 75.000 verdienen. De Raad van State had het kabinet geadviseerd dit wetsvoorstel niet naar de Tweede Kamer te sturen, omdat het juridisch en maatschappelijk aan alle kanten rammelt. Ook dit is in ieder geval een wetsvoorstel dat nu van tafel moet volgens de MHP.
Steenborg betreurt het overigens dat dit kabinet geen vuist heeft weten te maken om de economische crisis aan te pakken. “Het is eigenlijk te gek voor woorden dat de coalitiepartijen meer bezig zijn geweest om elkaar de tent uit te vechten. Er was geen echte visie. Dit moest er een keer van komen. Maar triest is het wel, want juist in deze economische crisis moet een sterk kabinet aan het roer zitten”, aldus Steenborg.

Controversieel of niet ?

Nu het kabinet Balkenende demissionair is, bepaalt de Tweede Kamer welke voorstellen wel en welke niet verder behandeld kunnen worden. Zogenaamde ‘controversiële’ onderwerpen worden gedurende de zittingsperiode van dit kabinet niet meer opgepakt en eventueel doorgeschoven tot na de verkiezingen voor de Tweede Kamer. De MHP heeft een inventarisatie gemaakt van de belangrijkste thema’s, die momenteel nog voorliggen in de Tweede Kamer. Er is een eigen lijst opgesteld van voorstellen, die volgens de MHP wel en niet zouden moeten doorgaan.
Als belangrijkste controversiële onderwerpen ziet de MHP de voorstellen rondom de leeftijdsverhoging van de AOW, de pensioenen en de limitering van de ontslagvergoeding.
De MHP hoopt dat een volgend kabinet alsnog ons voorstel voor een flexibele AOW-leeftijd zal overnemen. Voor besluiten over de toekomstige vormgeving van ons pensioenstelsel ligt het primaat volgens de MHP bij sociale partners en niet bij de politiek. De limitering van de ontslagvergoeding tot één jaarsalaris vanaf een inkomen van € 75.000 is niet alleen door de MHP, maar ook door de Raad van State fel bekritiseerd, en kan om die reden alleen al als omstreden worden aangemerkt. Inmiddels heeft de Tweede Kamer al aangegeven dat de kabinetsvoorstellen niet meer in deze zittingsperiode zullen worden behandeld.

Naast deze onderwerpen zijn er echter nog tal van andere voorstellen, die de MHP als controversieel ziet. Voorbeelden daarvan zijn het beperken van de vervaltermijn van wettelijke vakantiedagen van vijf jaar tot een half jaar en het onderbrengen van het advies- en verwijspunt voor klokkenluiders bij de Nationale Ombudsman.

De MHP roept de politiek wel op de Regeling Deeltijd-WW onverkort voort te zetten. Deze loopt nu af op 1 april a.s. en het is volgens de MHP ongewenst dat sectoren, die pas later worden getroffen door de economische crisis, onnodig mensen moeten ontslaan. Een andere crisismaatregel die ingevoerd moet worden, is het herstelplan om de uitvoering van openbare werken te versnellen (onderdeel van de crisiswet). Ook het onderbrengen van ‘ontslag met wederzijds goedvinden’ bij het getalscriterium van de Wet Melding Collectief Ontslag acht de MHP een goede zaak. Voorkomen moet worden dat een bedrijf massaal mensen individueel ontslaat, zonder dat daarbij de vakbonden hun rol kunnen spelen.
De komende weken zal duidelijk worden in hoeverre de Tweede Kamer bereid is nog zaken op te pakken.

 

SER-advies over ordeningsbeleid

De Tweede Kamer had de SER om advies gevraagd over de vraag hoe publieke belangen gewaarborgd worden in geval taken worden overgelaten aan de markt. Een commissie van de SER heeft een ontwerpadvies opgesteld om deze complexe vraag te beantwoorden. Volgens de SER gaat het hierbij niet simpel om de keuze tussen ‘markt’ of ‘overheid’. In de praktijk doen zich vele mengvormen van overheidsbemoeienis en marktwerking voor. Discussies over de wenselijkheid van ‘meer markt’ of ‘meer overheid’ zijn niet vruchtbaar. Daarom spreekt het ontwerpadvies over ‘ordeningsbeleid’. Markt en overheid vullen elkaar aan. De uitdaging is om per situatie die combinatie van beleidsinstrumenten te vinden, die publieke belangen en maatschappelijke welvaart het beste borgt. Borging van het publieke belang is maatwerk; de keuze voor de inzet van verschillende instrumenten hangt onder andere af van de risico’s van marktfalen en overheidsfalen in een bepaalde sector, en van sociale overwegingen. Het benoemen van publieke belangen is uiteindelijk een taak van de politiek. Een gedegen beleidsvoorbereiding is van groot belang. De SER heeft hiertoe een effectanalyse (beslissingsboom) opgesteld aan de hand waarvan tijdig de juiste vragen kunnen worden gesteld. Deze effectanalyse laat zien wat de belangrijke afwegingen zijn bij de voorbereiding van ordeningsbeleid.

Het ontwerpadvies vraagt, op aandringen van onder andere de MHP, bijzondere aandacht voor de positie van werknemers. De (arbeidsvoorwaardelijke) positie van werknemers kan door een verandering in het ordeningsbeleid worden geraakt. Dit aspect maakt ook onderdeel uit van de effectanalyse. Het is belangrijk dat gerichte begeleidings- en overgangsmaatregelen worden getroffen.

Het is de bedoeling dat de SER het advies onder de titel “Overheid én markt: het resultaat telt. Voorbereiding bepalend voor succes !“ op 19 maart vaststelt. Hoewel de inhoud van het advies logisch lijkt, is het volgens de MHP wel van groot belang. Marktwerking wordt in dit advies niet als doel, maar als middel gezien en daarmee wordt ‘het geloof in de markt’ in de afgelopen decennia in het juiste perspectief geplaatst. De politiek wordt een handreiking gedaan om in de toekomst voortaan zorgvuldige keuzes te maken.

 

Ontslag wederzijds goedvinden wordt meegeteld in getalscriterium WMCO

Eerder is in het MHP-bulletin bericht dat minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) de fictieve opzegtermijn wil gelijktrekken als het gaat om de drie ontslagmodaliteiten: ontbinding via de kantonrechter, ontslagprocedure via het UWV-werkbedrijf en ontslag met wederzijds goedvinden. Aangezien dit voornemen als een louter technisch onderwerp is bestempeld, is de kans groot dat dit voornemen als niet controversieel wordt aangemerkt en het wetsontwerp niet wordt stilgelegd.
MHP-beleidsadviseur Ewald Van Sark heeft er al eerder bij de minister op aangedrongen dat bij dit voorstel in ieder geval ook hoort dat ontslagen met wederzijds goedvinden eveneens worden betrokken bij het getalscriterium in de Wet Melding Collectief Ontslag (WMCO). Kortgezegd moet een werkgever die twintig of meer werknemers wil ontslaan, dit ter tijdige raadpleging schriftelijk melden aan de vakbonden. Ook dient hij een schriftelijke melding te doen aan het UWV-werkbedrijf. Voor de berekening van dat aantal wordt de ontbindingsprocedure, voor zover de reden van ontbinding niet op de persoon is gericht, meegenomen mits het minimaal gaat om vijf of meer ontbindingen.
Tot voor kort wilde Donner ontslagen met wederzijds goedvinden niet meetellen bij het getalscriterium van de WMCO. Dat bood de mogelijkheid aan werkgevers onder de verplichte melding van de WMCO uit te komen door vooral ontslagen met wederzijds goedvinden te realiseren. Nog in december 2009 antwoordde hij op Kamervragen dat hem niets bekend was van mogelijk misbruik of omzeilen van de WMCO door gebruikmaking van ontslag met wederzijds goedvinden met een beëindigingsovereenkomst. Hij wilde toen geen wetswijziging. Vervolgens heeft de evaluatie van de beperking van de verwijtbaarheidstoets in de WW plaatsgevonden. Op basis daarvan wil hij enerzijds de fictieve opzegtermijn gelijktrekken en anderzijds bij nader inzien toch dat ontslagen met wederzijds goedvinden alsnog betrokken worden bij het getalscriterium van de WMCO.
Het is Donner in de evaluatie en in gesprekken met belanghebbenden gebleken dat het gebruik van ontslag met wederzijds goedvinden ook bij ontslag om bedrijfseconomische redenen wordt toegepast. Het ligt dan ook voor hem in de rede dat de WMCO zodanig wordt aangepast dat de vraag of een melding moet plaatsvinden, los zal komen te staan van de route (UWV, kantonrechter of beëindiging met wederzijds goedvinden) die de werkgever wil gaan volgen. Daarmee wordt naar zijn oordeel recht gedaan aan het doel van deze wet, namelijk tijdige inschakeling van de vakbonden bij een voorgenomen collectief ontslag, teneinde met hen in overleg te treden over een sociaal plan.
De MHP heeft hiervoor al eerder gepleit en is verheugd dat minister Donner zijn standpunt uit december wijzigt en het MHP-voorstel overneemt. Dit onderwerp kan volgens de MHP niet als controversieel worden gezien en juist in deze tijd van crisis op de arbeidsmarkt is het dringend noodzakelijk dat de WMCO op dit punt snel wordt veranderd. Zo kunnen vakbonden ook bij massaal gebruik van de individuele beëindigingsovereenkomst in de gelegenheid worden gesteld sociale plannen/arrangementen af te spreken.

 

AOW-partnertoeslag toch niet vervroegd afgeschaft

Oud-staatssecretaris Klijnsma van SZW heeft nog voor de val van het kabinet besloten dat de vervroegde afschaffing van de AOW-partnertoeslag in 2011 niet doorgaat. Het gaat hierbij om de groep nieuwe AOW’ers met partners jonger dan 55 jaar. De MHP ziet dit als de laatste goede daad van deze PvdA-bewindspersoon. De MHP had grote bezwaren tegen deze maatregel, omdat het een ingreep in een bestaande overgangsmaatregel betrof. De vervroegde afschaffing van de AOW-toeslag voor deze groep zou op 1 januari 2011 hebben moeten ingaan. De AOW-partnertoeslag wordt in 2015 helemaal afgeschaft voor alle nieuwe AOW’ers. Dit was al in 1995 besloten vanwege de verdergaande individualisering en toename van de arbeidsparticipatie onder vrouwen.

 

Besluitvorming over nieuwe pensioenparameters n.a.v. Commissie Don

De Commissie Parameters, ook wel Commissie Don genoemd, heeft eind vorig jaar gekeken of de (technische) regels van het Financieel Toetsingskader (FTK) voor het berekenen van de pensioenvoorzieningen en de kostendekkende premie nog voldoen aan de financieel-economische ontwikkelingen uit het verleden en de verwachtingen voor de toekomst. In september vorig jaar heeft deze commissie aan minister Donner een verdeeld advies uitgebracht over de nieuw vast te stellen parameterwaarden. Gelet op de meer principiële aard van de verdeeldheid binnen de Commissie Don gaf de Stichting van de Arbeid (StvdA) aan het gewenst te vinden dat de minister een ‘second opinion’ inwint over de onderhavige problematiek. Daarbij is een belangrijke overweging dat een wijziging van de parameters grote gevolgen kan hebben voor de pensioenpremies en dat het volgen van de meerderheid van de Commissie Don kan leiden tot een premiestijging van 5 miljard euro. Met de kennis van nu en het meenemen van het jaar 2009 in de berekeningen komen de gemiddelde aandelenrendementen alweer 0,3%-punt hoger uit. De StvdA ziet dit als extra argument om voor de berekening van toekomstige rendementen uit te gaan van de historisch gemiddelde realisaties. En niet zoals de meerderheid van de Commissie Don wenst een extra veiligheidsklep in te bouwen door van het historisch rendement 1,5% af te trekken.

De huidige Regeling Parameters Pensioenfondsen is vervallen met ingang van 1 januari 2010. Voor de periode na die datum dienen de regels ten aanzien van de parameters (artikel 144 PW) te worden vastgesteld bij algemene maatregel van bestuur. Op 2 november 2009 is door minister Donner een ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit FTK aan de Tweede Kamer verzonden. In dit ontwerpbesluit is besloten dat de rendementsparameters vooralsnog van kracht blijven en dat het kabinet zo snel mogelijk duidelijkheid zal bieden over de parameters, die zullen gelden met ingang van 1 januari 2011, zodat deze van toepassing zijn op de premiebeslissing voor 2011 (die reeds in het najaar van 2010 wordt genomen). Vóór 1 april a.s. gaat de kabinetsreactie op de rapporten van de drie commissies Don, Frijns en Goudswaard en op de evaluatie van het FTK naar de Tweede Kamer. Vanwege de val van het kabinet is het niet zeker of Donner dan ook uitsluitsel zal (kunnen) geven over de nieuwe set parameters. De MHP volgt de ontwikkelingen nauwlettend en houdt u op de hoogte van de ontwikkelingen.

 

Doe mee aan het onderzoek Steunpunt RI&E instrumenten

Het Ministerie van SZW wil werkgevers in kleine bedrijven beter faciliteren rondom het thema arbeidsomstandigheden. Hiervoor is destijds het Steunpunt RI&E opgericht. Een Risico Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E) is een lijst met risico’s in het bedrijf met daarbij een plan van aanpak voor het oplossen van deze risico’s. Steunpunt RI&E-instrumenten, bestaande uit vertegenwoordigers van sociale partners waaronder de MHP, houdt zich bezig met verschillende activiteiten, die bijdragen aan betere arbeidsomstandigheden. Een voorbeeld is de digitalisering en vereenvoudiging van de RI&E. Hierdoor wordt het voor ondernemers gemakkelijker de wettelijk verplichte RI&E uit te voeren en kan op eenvoudige wijze een Plan van Aanpak worden opgesteld om de werkvloer veiliger te maken. Op de site wordt per branche een overzicht gegeven van voorhanden RI&E’s.

Het Steunpunt RI&E-instrumenten voert op dit moment een onderzoek uit naar het gebruik van de digitale RI&E in de praktijk. Medewerking aan dit onderzoek is van groot belang om een goed beeld te krijgen van het gebruik en waardering van de digitale RI&E en om eventuele knelpunten op te lossen. Ondernemers met personeel of werknemers belast met het RI&E-beleid kunnen op de site van Steunpunt RI&E (www.rie.nl) hun mening over de digitale RI&E geven.

 

Laatste nieuws

Hoe staat het met de leercultuur in uw organisatie?

24 juli 2024

Hoe staat het met de leercultuur in uw organisatie?

VCP: bezuiniging 22% op ambtenaren niet realistisch, onverantwoord en ondoordacht

23 juli 2024

VCP: bezuiniging 22% op ambtenaren niet realistisch, onverantwoord en ondoordacht

Logo VCP YP

11 juli 2024

VCP YP: Uitnodiging bijeenkomst Prinsjesdag

Meer nieuws