Menu

De VCP vindt de brief van staatsecretaris Klijnsma over premieovereenkomsten een stap in de goede richting, maar is kritisch. De staatssecretaris geeft in de brief haar visie over mogelijkheden om collectieve risicodeling te incorporeren in premieovereenkomsten en deze regelingen in termen van koopkracht te verbeteren voor de deelnemers.

In de brief, die de staatssecretaris op 19 december jl. aan de Tweede Kamer heeft verzonden, worden twee hoofdroutes geschetst voor de verbetering van de premieregelingen. Beide nieuwe varianten komen er op neer dat er in de uitkeringsfase gedeeltelijk beleggingsrisico kan (blijven) worden genomen. De bedoeling is om uiterlijk 1 januari 2016 de wijzigingen in de wetgeving hiervoor te implementeren, echter is meer uitwerking in de komende maanden nog gewenst. De komende maanden zullen beide hoofdroutes met verschillende partijen, onder wie sociale partners, verder worden uitgewerkt.

De stappen zoals aangekondigd in de brief, zijn nog onvoldoende en voor slechts enkele fondsen toegankelijk. De voorstellen zijn een stap in de goede richting, maar kunnen volgens de VCP nog beter. Deelnemers komen op dit moment van een koude douche thuis als zij een pensioen vanuit een beschikbare premieregeling moeten gaan aankopen. Dit in het bijzonder door de lage rente. De 470.000 deelnemers in zo’n regeling moeten een beter pensioen kunnen opbouwen.

Er speelt een aantal knelpunten in de huidige beschikbare premieregelingen. Bij premieovereenkomsten is de deelnemer verplicht uiterlijk op pensioendatum het opgebouwde kapitaal om te zetten in een pensioenannuïteit. Hierdoor kunnen geen beleggingsresultaten meer worden behaald na pensioendatum. Ook moet vóór de pensioendatum al beleggingsrisico worden teruggenomen. Dit leidt tot een lager pensioen wanneer men zich realiseert dat ons pensioen voor een groot deel bestaat uit het rendement dat wordt behaald met beleggen. Daarnaast is de hoogte van de uitkering sterk afhankelijk van de rentestand op het moment van de aankoop van de annuïteit (conversierisico). Hierdoor wordt het pensioenresultaat (onnodig) beperkt.

Verder bieden de bestaande premieregelingen onvoldoende mogelijkheden om collectief risico’s te delen, waardoor het verbeteren van de koopkracht van het pensioen van de deelnemers lastiger is. Wanneer de effecten (mee- en tegenvallers) van deze risico’s mogen worden gespreid in de tijd en binnen een groter collectief en er langer doorbelegd kan worden dan tot de pensioengerechtigde leeftijd, hoeft het beleggingsrisico minder snel teruggenomen te worden en wordt het pensioenresultaat niet onnodig beperkt. Zo blijkt ook uit het onderzoek van Ortec Finance, dat in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is uitgevoerd naar de mogelijkheden van collectieve risicodeling binnen beschikbare premieregelingen.

Zie voor meer informatie: http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2014/12/20/klijnsma-pensioen-bij-premieovereenkomst-kan-hoger.html

Laatste nieuws

Manager? Meld u nu aan voor de ‘Managementtraining Sociale Veiligheid’

22 oktober 2024

Manager? Meld u nu aan voor de ‘Managementtraining Sociale Veiligheid’

Akkoord over vroegpensioen voor zwaar werk en gezond doorwerken.

18 oktober 2024

Akkoord over vroegpensioen voor zwaar werk en gezond doorwerken

Armoede scheper in beeld: meer werkende armen

17 oktober 2024

Armoede scheper in beeld: meer werkende armen

Meer nieuws