19 oktober 2020
Er moet meer helderheid komen over de arbeidsrelatie van platformwerkers. Veel werkplatforms zetten werkenden in als ZZP’ers, maar niet altijd terecht. De vraag welke status ze hebben heeft grote impact op hun werknemersrechten, zoals bijvoorbeeld sociale zekerheid. Gezien de onduidelijkheid die er nu is, moet hierover op korte termijn besluitvorming vallen, vindt de SER. Bovendien moeten de Belastingdienst en de Inspectie SZW hun toezicht op arbeidsrelaties verscherpen.
Dat staat in een verkenning over de platformeconomie die de SER heeft gepubliceerd. Er is veel discussie over de vraag of platformwerkers wel zelfstandigen zijn en over de vraag of platformbedrijven als werkgever moeten worden aangemerkt. De bedrijfsmodellen zijn er voornamelijk op gericht platformwerkers als zelfstandigen te zien, omdat dat aanzienlijk scheelt in de kosten. Zolang er geen handhaving plaatsvindt van bestaande wetgeving voedt dat onduidelijkheid en blijft er een oneigenlijke prikkel om hen als zelfstandigen in te zetten.
Volgens de verkenning legt de platformeconomie de Nederlandse arbeidsverhoudingen en het debat over de toenemende flexibilisering verder onder het vergrootglas. In dat verband wordt ook gewezen op de beperkte mogelijkheden om toezicht te houden op arbeidsrelaties. Sinds 2016 geldt er een moratorium op de handhaving van de wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties) waardoor zaken als schijnzelfstandigheid niet kunnen worden vastgesteld. De verkenning pleit ervoor dit moratorium op te heffen, iets waar de VCP zich al jaren sterk voor maakt.
Een belangrijk aandachtspunt is het gebruik van algoritmes, die op het eerste gezicht objectief lijken, maar dat niet zijn, doordat ze gemaakt worden door mensen en de data niet altijd objectief zijn. Algoritmes worden, zo stelt de verkenning, door mensen ontworpen om bepaalde doelen te bereiken. In feite gaat het dus om een geautomatiseerde uitvoering van keuzes, die bepalend zijn voor wie het werk uiteindelijk gaat doen. “Dit kan relevant zijn bij het oordeel over een eventuele gezagsverhouding.” “Platformwerkers werken in ieder geval nooit voor een computerprogramma”, zegt VCP-beleidsmedewerker Amerik Klapwijk, die aan de SER-verkenning meewerkte. “We moeten platformbedrijven niet de mogelijkheid geven zich te verschuilen achter een algoritme dat ze zelf ontworpen hebben, geen status heeft en gewijzigd kan worden. De aansprakelijkheid ligt gewoon bij het bedrijf.”
In Nederland verdient een relatief klein deel van de beroepsbevolking (1 procent) zijn geld via platforms, maar duidelijk is wel dat platforms in opmars zijn en in steeds meer sectoren van de economie opduiken. “Platforms kun je zien als een verrijking en het biedt ook veel kansen, als je net begint als zelfstandige kan het helpen voor acquisitie. Of breder: platforms helpen op dit moment te zorgen dat we thuis aan het werk kunnen zijn. Er zijn legio mogelijkheden en kansen binnen en buiten bestaande bedrijven, maar het is ook belangrijk dat er aandacht is voor de schaduwkanten, zoals hoe het georganiseerd is, de arbeidsomstandigheden en het gebruik van algoritmes”, zegt Amerik Klapwijk. “Waar je ook werkt, werknemers moeten een eerlijk inkomen verdienen, en aanspraak kunnen maken op bescherming, scholing, inspraak en veilig werk. Platformbedrijven moeten niet bedrijfsrisico’s afschuiven op de werkende door werknemers onterecht tot zelfstandige te maken.”