14 januari 2021
Vandaag wordt de recente SER verkenning over platforms en werk aangeboden aan de Tweede Kamer. De SER geeft het signaal dat er duidelijkheid moet komen over de status van platformwerkers. Veel werkplatforms zetten platformwerkers in als ZZP’ers, maar niet altijd terecht. De vraag welke status ze hebben heeft grote impact op hun werknemersrechten, zoals bijvoorbeeld sociale zekerheid. Gezien de onduidelijkheid die er nu is, moet hierover op korte termijn duidelijkheid komen, vindt de SER. Bovendien moeten de Belastingdienst en de Inspectie SZW hun toezicht op arbeidsrelaties verscherpen.
Handhaving
Er is veel discussie over de vraag of platformwerkers wel zelfstandigen zijn en over de vraag of platformbedrijven als werkgever moeten worden aangemerkt. De bedrijfsmodellen zijn er voornamelijk op gericht platformwerkers als zelfstandigen te zien, omdat dat aanzienlijk scheelt in de kosten. Zolang er geen handhaving plaatsvindt voedt dat onduidelijkheid en blijft er een oneigenlijke prikkel om hen als zelfstandigen in te zetten. Vanuit de VCP wezen Catelijne Muller en Amerik Klapwijk er eerder in een beschouwing al op dat een disruptieve technologie nog niet een maatschappelijk disruptief verdienmodel hoeft te hebben.
Flexibilisering
Volgens de verkenning legt de platformeconomie de Nederlandse arbeidsverhoudingen en het debat over de toenemende flexibilisering verder onder het vergrootglas. In dat verband wordt ook gewezen op de beperkte mogelijkheden om toezicht te houden op arbeidsrelaties. Sinds 2016 geldt er een moratorium op de handhaving van de wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties) waardoor zaken als schijnzelfstandigheid niet kunnen worden vastgesteld. De verkenning pleit ervoor dit moratorium op te heffen, iets waar de VCP zich al jaren sterk voor maakt. De VCP vindt het dan ook ongewenst dat het kabinet weer heeft gekozen voor verlenging van het moratorium.
Algoritmes
Een belangrijk aandachtspunt is het gebruik van algoritmes, die op het eerste gezicht objectief lijken, maar dat niet zijn, doordat ze gemaakt worden door mensen en de data niet altijd objectief zijn. Algoritmes worden, zo stelt de verkenning, door mensen ontworpen om bepaalde doelen te bereiken. In feite gaat het dus om een geautomatiseerde uitvoering van keuzes, die bepalend zijn voor wie het werk uiteindelijk gaat doen. “Dit kan relevant zijn bij het oordeel over een eventuele gezagsverhouding.” “Platformwerkers werken in ieder geval nooit voor een computerprogramma”, zegt VCP-beleidsmedewerker Amerik Klapwijk, die aan de SER-verkenning meewerkte. “We moeten platformbedrijven niet de mogelijkheid geven zich te verschuilen achter een algoritme dat ze zelf ontworpen hebben, geen status heeft en gewijzigd kan worden. De aansprakelijkheid ligt gewoon bij het bedrijf.”
Platforms bieden ook kansen
In Nederland verdient een relatief klein deel van de beroepsbevolking (1 procent) zijn geld via platforms, maar duidelijk is wel dat platforms in opmars zijn en in steeds meer sectoren van de economie opduiken. “Er is een grote diversiteit. Platforms geven ook nieuwe mogelijkheden. Platforms helpen op dit moment te zorgen dat we thuis aan het werk kunnen zijn. Ze bieden ook kansen, bijvoorbeeld een startende ondernemer kan het helpen bij acquisitie. Maar daarbij blijft het belangrijk dat er ook aandacht is voor de schaduwkanten, zoals hoe het georganiseerd is, de arbeidsomstandigheden en het gebruik van algoritmes”, zegt Amerik Klapwijk. “Waar je ook werkt, werknemers moeten een eerlijk inkomen verdienen, en aanspraak kunnen maken op bescherming, scholing, inspraak en veilig werk. Platformbedrijven moeten niet bedrijfsrisico’s afschuiven op de werkende door werknemers onterecht tot zelfstandige te bestempelen.”