29 september 2021
Een belangrijke stap naar meer gelijkwaardigheid en diversiteit. Zo noemt de VCP het besluit van de Eerste Kamer om het aantal mannen en vrouwen in de top van het bedrijfsleven meer in balans te krijgen. De senaat stemde daartoe gisteren in met een wetsvoorstel van minister Dekker (Rechtsbescherming) en Van Engelshoven (Emancipatie). De wet vloeit voort uit een SER-advies over diversiteit waaraan ook de VCP heeft meegewerkt.
De wet behelst onder meer een quotumregeling zodat vrouwen minimaal eenderde van de raad van commissarissen van beursgenoteerde vennootschappen gaan vormen. “Goed dat die regeling er nu komt, maar er is meer nodig dan dat”, zegt VCP-beleidsmedewerker Sacha Heemskerk. “Er kunnen uiteenlopende redenen zijn dat iemand niet weet door te stromen, zoals stereotypering, het werken in deeltijd en de cultuur van de organisatie. Wij zijn daarom voorstander van een integrale aanpak waarbij je je niet alleen richt op de top van het bedrijfsleven maar op alle medewerkers in de hele organisatie.”
Minister Van Engelshoven spreekt van een historische stap. “We rekenen met deze wet af met de oude benoemingscultuur van ‘ons kent ons’. Dit is goed nieuws voor de kansengelijkheid en voor de bedrijven zelf, want een diverse top zorgt voor betere bedrijfsvoering.” Volgens de VCP gaat veel talent verloren doordat vrouwen niet doorstromen naar de top.
Met het Kamerbesluit worden grote vennootschappen verder verplicht passende en ambitieuze streefcijfers op te stellen voor meer diversiteit in de top. De SER-aanpak is tevens bedoeld om meer mensen met een niet westerse achtergrond een kans te geven. Ook zij komen er in de top van het bedrijfsleven nauwelijks aan te pas. Het wetsvoorstel zal naar verwachting op 1 januari 2022 in werking treden.